De coronacrisis heeft impact op ons allemaal en zeker ook op onze leerlingen. Veel scholieren lopen door de lockdown achter en kunnen het onderwijs niet goed bijbenen. Speciaal voor deze leerlingen heeft de overheid het Keuzemenu Nationaal Programma Onderwijs in het leven geroepen. Maar werkt deze aanpak en is het genoeg?
Door het thuisonderwijs hebben leerlingen veel gemist en daar zijn zorgen over, blijkt uit onderzoek. Die zorgen deelt ook het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De overheid wil daarom zo’n 700 euro per leerling uitgeven om de achterstand in te lopen. Basisscholen, middelbare scholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs mogen van de regeling gebruikmaken.
Een keuzemenu
Scholen kiezen van de menukaart zogenaamde ‘interventies’: oplossingen die de leerachterstand aanpakken. Zoals het geven van bijles in rekenen en taal, het verlengen van een schooldag, één-op-één les, twee keer per week een half uur lezen, meer sportactiviteiten en leerlingen in hun eigen tempo laten werken. ‘De menukaart is natuurlijk geen tovermiddel, maar wel een belangrijk hulpmiddel voor leraren, schoolleiders en ondersteunend personeel’, zegt onderwijsminister Arie Slob in een nieuwsbericht van de Rijksoverheid.
Onderwijsonderzoekers: goed initiatief, maar ook kritiek
Onderwijspsycholoog Thijs Bol noemt het project in een artikel in NRC Handelsblad een ‘erg goed initiatief’. Toch zijn hij en andere onderwijsonderzoekers in de krant ook kritisch. Het idee voor een keuzemenu is grotendeels gebaseerd op onderzoek uit Engeland en de Verenigde Staten. Maar het onderwijs in die twee landen kun je niet één-op-één vergelijken met dat in Nederland. Het is daarom de vraag of de maatregelen ook in Nederland helpen.
Onderwijs verschilt per land
Tussen de drie landen zijn er bijvoorbeeld verschillen in lestijden, schoolvakanties, de hoeveelheid geschoolde leraren, digitale technologie en de eisen aan het onderwijs. Zo zijn schoolvakanties in de VS langer dan in Nederland. Het is volgens Thijs Bol daarom logisch dat zomerscholen in de VS goed werken. In Nederland is daar nog geen onderzoek naar gedaan. Een ander verschil is dat niet alle wijken in Engeland beschikken over internet. Dat maakt het voor Engelse scholen − in tegenstelling tot Nederlandse scholen − moeilijk om digitaal achterstanden in te halen.
Leerachterstand leerlingen in kaart brengen
Een aanpak die in het ene land werkt, werkt dus niet automatisch in een ander land, stelt ook onderwijskundige Tijana Breuer in NRC. Volgens de onderwijsonderzoekers is het daarom belangrijk dat je als school eerst in kaart brengt welke leerachterstanden er zijn. Zo kun je goed volgen welke maatregelen wel of niet werken bij jou op school.
Wil je meer weten?
Wil jij van de menukaart gebruikmaken? Lees hier meer over het Keuzemenu Nationaal Programma Onderwijs.
Vind jij het keuzemenu een goede oplossing om eventuele achterstanden weg te werken of is er meer nodig? Of misschien weet jij al wat nodig is en werkt bij jou op school. Laat het ons weten via onderstaand reactieformulier.
