Antoinette Crawfurd-Smit is projectleider PO Academie bij Utrecht Leert, een samenwerkingsverband tussen onderwijsinstellingen, opleidingsinstituten en gemeenten in de regio Utrecht dat het lerarentekort terug probeert te dringen. Daarnaast is ze schoolleider van OBS Het Zand in Utrecht. Paul Baan van Klassewerkplek sprak met haar over de mogelijkheden die zij ziet om NPO-gelden in te zetten om leerkrachten te behouden. In haar rol als projectleider heeft Antoinette een bredere blik op het lerarentekort. In het gesprek is duidelijk dat ze verder kijkt dan alleen haar eigen school.
WAT IS KLASSEWERKPLEK?
Klassewerkplek is een onderzoek dat wil bijdragen aan een oplossing voor het lerarentekort, door voorbeeldscholen aan te dragen waar het voor leerkrachten ideaal is om te werken. Op die scholen zou de uitstroom van leerkrachten minimaal moeten zijn. De belofte van Klassewerkplek is om deze scholen te ondersteunen met de werving, mochten ze toch vacatures hebben. En wat blijkt: Klassewerkplekken hebben niet tot nauwelijks vacatures. Zijn zij immuun voor de problemen van het lerarentekort? Wellicht. In ieder geval past het goed bij de slogan van Klassewerkplek. Want een Klassewerkplek, dat is een school waar leerlingen overgaan, en leerkrachten blijven zitten.
NPO-gelden inzetten voor effect op lange termijn
Op haar eigen school, OBS Het Zand, zet Antoinette de NPO-gelden in met twee doelen:
- Meer ontwikkeltijd voor leerkrachten (in samenwerking met stichting leerKRACHT).
- Meer uren in de formatie door ambulante leerkrachten.
De ambulante leerkrachten springen bij om collega’s structureel de ruimte te geven om hun onderwijs anders te organiseren. Door aan de organisatie én het versterken van de doelen te werken, creëren ze een sterkere basis die ook na afloop van het Nationaal Programma Onderwijs nog doorwerkt. Al hoopt Antoinette wel dat er ook nagedacht wordt over een vast model van vier dagen lesgeven en een dag ontwikkeltijd.
Ombuigen van het versterkte lerarentekort
De NPO-gelden, bedoeld om leerachterstanden weg te werken, hebben als onbedoeld effect dat zij het lerarentekort versterken. De vraag neemt toe maar het extra geld zorgt niet ineens voor meer leerkrachten. ‘Daarom moet je anders denken’, is Antoinettes advies. ‘Er is een lerarentekort, maar geen mensentekort.’ Zo zet haar school bijvoorbeeld meer vakdocenten in via Lukida. Door mensen uit andere sectoren in te zetten én meer ondersteuning te bieden, kun je meer tijd creëren bij leerkrachten. Ook Utrecht Leert is actief bezig met het aantrekken van mensen uit andere sectoren.
NPO-gelden inzetten voor behoud van leerkrachten
Of leerkrachten blijven, is mede afhankelijk van hun werkgeluk. Dat blijkt ook uit het onderzoek dat Klassewerkplek elk jaar uitvoert. Autonomie speelt daarin een grote rol. Antoinette vertelt: ‘Door inzet van vakdocenten en ambulante leerkrachten, die we financieren met de NPO-gelden, geven we onze leerkrachten meer ontwikkeltijd en ruimte. Ze kunnen deze zelf inplannen. Wij sturen alleen op doelen. Het eigenaarschap ligt echt bij hen.’
Advies aan de minister van Onderwijs
Om het lerarentekort structureel op te lossen, vindt Antoinette dat de toekomstige minister van Onderwijs:
- de salarissen tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs gelijk moet trekken;
- het aantal lesuren in de CAO gelijk moet trekken. Po-leerkrachten staan gemiddeld 940 uur voor de klas, vo-docenten 670 uur;
- meer geld vrij moet maken voor ondersteunende rollen. Zo kan een leerkracht bezig zijn met dat waar hij mee bezig moet zijn: onderwijs.
Hoe Utrecht Leert het lerarentekort gaat bestrijden
Op het punt van de ondersteunende rol speelt Utrecht Leert, waarin Antoinette als projectleider werkt, een belangrijke rol. Een van hun speerpunten is het behoud van alle onderwijsprofessionals. Het streven is vooral het om lerarentekort aan te pakken. Een van de oplossingen daarvoor is zij-instromers uit andere sectoren aantrekken.
Belangrijk daarbij is ook het vrijmaken van een begeleider. In het verleden schoot de begeleiding nog wel eens tekort, waardoor zij-instromers afhaakten. Daarom stelt Utrecht Leert ook geld beschikbaar voor een goede begeleiding. Een ander goed voorbeeld van zij-instromers is het project OnderwijsAmbassadeurs. In deze pilot van PCOU Willibrord werken mensen uit andere sectoren een dag in de week op school. Dit wordt ondersteund door hun werkgever.
Omdenken
Ondanks al deze initiatieven is het lerarentekort niet zomaar opgelost. Leerkrachten behouden is daarom des te belangrijker. De belangrijkste tip van Antoinette aan scholen is dan ook: denk anders om meer tijd en ruimte te creëren voor leerkrachten. Hiermee vergroot je hun werkgeluk en neemt de kans toe dat leerkrachten blijven. Voorbeelden van omdenken zijn: welke taken kunnen ondersteunende collega’s overnemen? Moet een leraar altijd pabo-geschoold zijn of kan een vakdocent bepaalde vakken overnemen? Als je NPO-gelden inzet om met tijdelijke ambulante leerkrachten je onderwijs anders te organiseren, dan creëer je effect op de lange termijn: namelijk leerkrachten die graag op jouw school werken.
Lees ook op Onderwijs van Morgen:
Wij zijn heel benieuwd naar jullie creatieve ideeën: hoe hebben jullie NPO-gelden ingezet om leraren te behouden? Deel het met ons en je collega’s via onderstaand reactieformulier.