Uit internationaal onderzoek van het OECD blijkt dat gemotiveerde leerlingen en studenten beter presteren. Zowel intrinsieke als extrinsieke motivatie spelen hierbij een rol. Intrinsieke motivatie heeft vooral een positieve invloed op de leerprestaties. Om die reden delen we hierover regelmatig tips met je. In dit artikel lees je hoe jij de intrinsieke motivatie van studenten vergroot.
Extrinsiek vs. intrinsiek
Intrinsieke motivatie zorgt ervoor dat leren energie geeft, dat het veel soepeler gaat en dat studenten beter presteren. Bij extrinsieke motivatie doe je iets omdat er een externe prikkel is die je drijft. Bijvoorbeeld een goed cijfer. Het nadeel van extrinsieke motivatie is dat deze verdwijnt zodra de externe prikkel wegvalt. Intrinsieke motivatie komt vanuit jezelf: je doet iets omdat jij het graag wilt. Bijvoorbeeld omdat je eigenaarschap over je leerproces ervaart. Je weet waar je staat in je ontwikkeling en aan welke doelen je wilt werken.
Drie basisbehoeften voor intrinsieke motivatie
Volgens de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan kunnen leraren de intrinsieke motivatie verhogen door in te spelen op de drie basisbehoeften:
- relatie (het gevoel dat je een goede wederkerige relatie hebt met anderen),
- competentie (het gevoel goed te zijn in wat je doet en dat je je verder kunt ontwikkelen) en
- autonomie (het gevoel zelf de regie te hebben over wat je leert).
Pedagogische afstemming
Intrinsieke motivatie kun je stimuleren door pedagogische afstemming. Dit betekent dat je als leraar afstemt op de behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Hieronder vind je per basisbehoefte praktische tips om direct toe te passen in je lessen.
1. Relatie
Uit onderzoek blijkt dat leerlingen en studenten, die een goede relatie hebben met hun leraar, beter presteren en gemotiveerder zijn. Neem daarom de tijd voor interactie met je studenten: toon belangstelling in hun achtergrond en kom je afspraken na. Creëer orde en duidelijkheid: maak afspraken over de regels en omgangsvormen in de klas. Hoe veiliger studenten zich voelen, hoe beter het klimaat in de klas waarin studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen.
2. Competentie
Stem je instructie en lesstof zodanig op studenten af dat ze zich competent voelen. Bied ruimte voor talenten en interesses, en zorg voor voldoende uitdaging. Geef effectieve feedback over de werkhouding en inzet van studenten en maak de feedback persoonlijk: benadruk vooral de individuele vooruitgang.
3. Autonomie
Organiseer het onderwijs zo dat studenten regie en eigenaarschap over hun eigen leerproces ervaren. Het is belangrijk dat studenten zelf keuzes kunnen maken. Bijvoorbeeld: keuze in opdrachten, volgorde en werkplek. Varieer ook in de wijze waarop je de studenten begeleidt, want de ene student heeft meer structuur nodig dan de andere.
Verder lezen
Meer lezen over hoe je leerlingen en studenten kunt motiveren? Lees dan ook andere artikelen op Onderwijs van Morgen. Bijvoorbeeld:
Hoe motiveer jij jouw studenten? Deel je ervaringen met ons via onderstaand reactieformulier.