Het onderwijs verdient positieve aandacht, zowel het vak als de docenten. Daarom wordt jaarlijks de Nationale Onderwijsweek georganiseerd. Tijdens deze week, begin oktober, is ook de Nationale Onderwijstoptalent-prijs uitgereikt. Een prijs voor talentvolle aanstormend docenten in primair en voortgezet onderwijs. Wiskundedocent Miranda Jansen is winnares in de categorie voortgezet onderwijs. We interviewden Miranda, omdat we benieuwd zijn naar haar ideeën en de rol van verwondering in de lesvorm.
Niet zomaar lineaire formules
Het juryrapport is lovend: ‘Miranda heeft een lessenserie gemaakt over lineaire formules, bedoeld voor leerjaar 2. De lessenserie biedt docenten de mogelijkheid om ervaring op te doen met verschillende onderwijsvormen en het effect te zien bij leerlingen. Ze heeft een fraaie koppeling gemaakt tussen wiskunde en verwondering. De ontwikkelde gesprekstool is een mooi instrument dat door veel docenten gebruikt kan worden.’
Opleiden tot mensen die vragen stellen
Miranda’s loopbaan in het onderwijs is niet standaard. Na een mbo-opleiding levensmiddelentechnologie vertrok ze naar Manilla, de Filipijnen, om daar te leven en te werken. Ze bleef er uiteindelijk twintig jaar, volgde een docentenopleiding en werkte in het onderwijs. Eenmaal terug in Nederland bleek de opleiding uit Manilla hier niet geldig. En dus volgde ze de afgelopen vier jaar in deeltijd een opleiding tot tweedegraads docent wiskunde aan de Hogeschool Utrecht: ‘Ik geef nu les op Academie Tien. Dat is een school met heterogeen onderwijs, waar vmbo, havo en vwo gemengd onderwijs krijgen. Ik geloof in deze vorm van onderwijs. De klas is namelijk een kleine maatschappij. Wil je leerlingen opleiden tot open mensen die vragen stellen, dan moet je lesgeven vanuit de verwondering. En dus ook onderwijsvormen zoeken die dat oproepen.’
Miranda Jansen met minister Arie Slob. Foto: Wil Groenhuijsen
De jury is enthousiast over jouw koppeling tussen wiskunde en verwondering. Waarom ben jij uitgeroepen tot toptalent?
‘De Hogeschool Utrecht heeft mij voorgedragen voor de onderwijstalentprijs met een lessenserie die ik ontwikkelde. In eerste instantie heb ik die nominatie afgehouden. Het hoefde voor mij niet. Ik ben niet het toptalent, de kansen zitten in deze nieuwe onderwijsvorm die we samen vormgeven in uitwisseling met de leerlingen. Uiteindelijk heb ik toch ingestemd, want ik wil deze onderwijsvorm – met verwondering als uitgangspunt – graag onder de aandacht brengen. Het is uiteindelijk, denk ik, niet zozeer de door mij ontwikkelde lessenserie waarmee ik gewonnen heb. Waar het om gaat is de lesvorm. Ik zie de prijs daarom ook meer als een erkenning van het feit dat onderwijs meer is dan de overdracht van informatie.’
Hoe roep je verwondering op in de wiskundeles?
‘Je begint bijvoorbeeld met vier tabellen of plaatjes. Iets wat vragen kan oproepen. Vervolgens vraag je de leerlingen: wat zie je? Wat valt je op? Wat vraag je je af? Zo breng je een leergesprek op gang, een mooie manier om de les te starten en het begin van onderzoekend leren. Het vergt wel wat van docenten. Want het startpunt is de verwondering die de docent zelf ervaart. In de lessenreeks over lineaire formules, waarmee ik deze prijs gewonnen heb, is dus ook aandacht voor de docent. Ik heb een workshop ontwikkeld: welke didactische vaardigheden heb je nodig om les te kunnen geven vanuit je eigen verwondering?’
Hoe kunnen open vragen en verwondering de leerlingen motiveren?
‘Momenteel werken we aan een lessenserie met als centrale vraag: wat is er mogelijk in de ruimte? Ik heb een plaatje van Escher laten zien met de vraag: is dit mogelijk? Of niet? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet je eerst weten wat er mogelijk is. Je moet kunnen meten, hoeken berekenen, bepalen of iets loodrecht is. ‘Wat kan?’, is de vraag die vervolgens komt vanuit de leerlingen. Zo start je een les vanuit de motivatie van de leerlingen zelf. Dat is bij wiskunde extra belangrijk. Ik heb me altijd afgevraagd waarom er zoiets als wiskundeangst bestaat. Geschiedenisangst of aardrijkskundeangst bestaat niet. Het is mijn doel om de wiskundeangst bij leerlingen weg te nemen. Met onderwijs dat verwondering oproept.’
Welke reacties krijg je van leerlingen en docenten?
‘Een leerling zei, terugkijkend op de lessen, dat hij het zo fijn vond om te beginnen met een brainstorm over welke vaardigheden we dit blok zouden gaan leren. Niks was daarbij goed of fout, alle antwoorden – ook die van hem – kwamen op het bord te staan. Docenten zien ook wel uitdagingen. Het kan best moeilijk zijn om bij een vak als wiskunde een onderwijsleergesprek op gang te brengen in een klas met dertig leerlingen. Maar we hebben op mijn school samen gekeken hoe we dat het beste kunnen aanpakken. Het is ook een soort professionaliseringscursus, een zoektocht met z’n allen. En dan geeft deze lesvorm ook veel enthousiasme. Want je leert leerlingen een denkende houding aannemen, dat is een nieuwe ervaring.’
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
‘Ik wil voor de klas blijven staan. Eerstegraadsdocent worden hoeft voor mij niet zo. Ik blijf graag in de onderbouw om leerlingen te enthousiasmeren en wiskundeangst weg te nemen. Graag ga ik ook in gesprek met docenten van andere vakken. Hoe kunnen we schoolbreed verwondering oproepen die leidt tot een denkende houding. Elkaar vragen stellen is de start van een meer open wereld. En helemaal in deze tijd zou het goed zijn als meer mensen meer begrip voor elkaar kunnen opbrengen.’
‘Ik zou graag opnieuw naar het onderwijs kijken en de verbinding zoeken. Mensen die mij inspireren zijn Dick van der Wateren, en Anders Schinkel met The wonderful education Project, zijn onderzoek aan de VU over de rol van verwondering in het onderwijs.’
Hoe breng jij verwondering in je lessen? Deel je ervaringen of tips met ons via onderstaand reactieformulier.