In een eerder artikel hebben we kennisgemaakt met leerlingen die graag visueel kennis tot zich nemen. Je kunt ze gemakkelijk herkennen. Ze zitten rustig een boek te lezen en … hun lippen bewegen niet. Ze houden ook niet zo van traditionele lessen waar leraren de kennis mondeling overdragen zoals in het filmpje.
Auditieve stijl
Er zijn ook leerlingen die het gemakkelijkste leren als ze gebruik kunnen maken van hun auditieve cortex. Ook deze leerlingen zijn gemakkelijk te herkennen. Bijvoorbeeld als ze rustig uit een boek aan het leren zijn. Ze bewegen dan hun lippen en fluisteren de woorden die ze in zich opnemen. De klanken die zij horen worden herkend door hun auditieve geheugen. Eerst komen ze in hun kortetermijngeheugen. Deze stuurt de woorden door naar het werkgeheugen. Hier worden ze bewerkt. Dit betekent dat er betekenis aan wordt verleend. Dat is weer belangrijk voor de opslag in het langetermijngeheugen. Bij dit proces speelt de hippocampus een belangrijke rol. Mogelijk is de lesstof leuk of interessant. Dan wordt de amygdala ingeschakeld. De amygdala heeft de bijzondere eigenschap dat het emoties opslaat en daarmee de hipppocampus ondersteunt.
Verhalen vertellen
We kennen allemaal nog docenten uit onze jeugd die prachtige verhalen konden vertellen. Zo had ik een docent geschiedenis op mijn oude HBS in Leiden. Deze kon geweldig vertellen. Ik zie nog Hannibal over de Alpen trekken en ik hoor nog de Romeinen roepen: “Hannibal ante portas”! – Hannibal staat voor de poort! Ik was er voor mijn gevoel zelf bij! Deze docent was in staat mijn amygdala bij zijn lessen aan het werk te zetten.
Deze leraren zijn zeldzaam, maar als ze er zijn: geef ze de ruimte. Zij brengen kleur in een docentencorps. Zij hebben een zeldzaam talent, want zij brengen woorden tot leven.
Links en rechts
Er is wel een verschil met het visuele geheugen. Het visuele geheugen is veel sneller. Dat komt omdat dit geheugen gebruik maakt van de rechterhersenhelft en in staat is grote stukken informatie tegelijkertijd te verwerken.
De audtieve cortex werkt met taal. Taal werkt sequentieel. Dat gaat veel trager, maar wel degelijker. Ik zal u een voorbeeld geven. Stel u bent een rechterhersenhelft denker. U bent in gesprek met een typische linkerhersenhelft denker. Deze vertelt u een verhaal, sequentieel, woord voor woord. Uw snelle rechterhersenhelft wordt ongeduldig. U weet al lang wat de ander wil zeggen. U begint al te reageren voordat hij zijn zegje heeft gezegd. Hij kijkt verstoord op, hij wil namelijk eerst even uitpraten voordat u mag reageren.
Auditief-interactieve stijl en autisme
Het is niet verwonderlijk dat mensen die gericht zijn op taal ook gericht zijn op interactie. Taal heeft immers een krachtige sociale component. De meeste talige mensen zullen dan ook graag willen leren van en met elkaar.
Hier ligt dan ook weer een probleem van autistische leerlingen. Zij kunnen soms best wel beschikken over de nodige taalvaardigheid, maar deze werkt vaak anders dan bij gewone leerlingen. Bij hen komt het verschijnsel echolalie vaak voor: het letterlijk herhalen van woorden en zinnen zonder ze echt te begrijpen. Slimme autistische kinderen zijn in staat in de loop der jaren grote stukken tekst op te slaan en ze op een gegeven moment ook op een juiste manier te gebruiken.
Ik nodig lezers graag uit op deze problematiek van autistische leerlingen te reageren en hun ervarigen met ons te delen.