Het gesprek over het onderwijs van de toekomst gaat vaak over differentiëren, personaliseren en adaptief leren. Deze drie buzzwords hangen nauw met elkaar samen – ze overlappen elkaar op een aantal punten – maar zijn geen synoniem voor elkaar. Wat betekenen ze precies? En wat kenmerkt deze afzonderlijke onderwijsvormen? Daarover leest u meer in dit artikel.
Gedifferentieerd onderwijs
Gedifferentieerd onderwijs heeft alles te maken met een klein aantal verschillende en vooraf vastgestelde leerroutes. Deze leerroutes hebben hetzelfde leerdoel, maar variëren van elkaar in aanpak en niveau. Op die manier sluit het lesmateriaal beter aan op de niveauverschillen in de klas. Bij een gedifferentieerde aanpak deelt een docent zijn klas doorgaans in groepen in. Na een klassikale les, waarbij de theorie en/of instructie voor iedereen hetzelfde is, werken de leerlingen in hun groepje verder aan oefeningen en opdrachten, die qua moeilijkheidsgraad en aanpak het beste bij hun niveau passen.
Gepersonaliseerd leren
Gepersonaliseerd leren gaat een stapje verder dan differentiëren. Bij deze onderwijsvorm ligt de focus namelijk op individuele leerroutes. Op basis van formatieve toetsresultaten – bijvoorbeeld met behulp van een diagnostische instaptoets – bepaalt de docent een aantal keer per schooljaar op welke manier een leerling de komende tijd het beste verder kan leren. Op deze manier krijgt iedere leerling een eigen, gepersonaliseerde leerroute. Daarna bepaalt de leerling (in meer of mindere mate) doorgaans zelf hoe en in welk tempo hij zijn leerroute doorloopt.
De personalisatie van de leerstof zit met name in de moeilijkheidsgraad en leerstijl – deze is afgestemd op de individuele leerling. Daarnaast gaat deze vorm van onderwijs vaak gepaard met de inzet van ICT. Gepersonaliseerd onderwijs kenmerkt zich verder door formatieve toetsing: toetsen worden bij aanvang én tijdens het leerproces ingezet om van te leren, niet alleen achteraf om te toetsen wat een leerling heeft opgestoken van een hoofdstuk.
Adaptief onderwijs
Hier komen de drie begrippen samen. Adaptief lesmateriaal is in zekere zin gedifferentieerd en gepersonaliseerd. Toch hebben we het over iets anders, want adaptief lesmateriaal is – in tegenstelling tot louter gepersonaliseerd lesmateriaal – datagedreven. Dat wil zeggen dat de resultaten en de voortgang van iedere individuele leerling realtime wordt gevolgd en gemonitord. Niet door een docent, maar door intelligente software wat dergelijke data in kaart brengt met behulp van algoritmes. Dus waar de meeste methodes grotendeels gebaseerd zijn op een min of meer ‘statisch’ curriculum, kenmerkt adaptief lesmateriaal zich door een veelheid aan dynamische en flexibele persoonlijke leerwegen.
Op basis van de verzamelde data wordt het leermateriaal realtime aangepast aan wat – op dat moment – het beste bij een leerling past. De software houdt daarbij rekening met het niveau (de moeilijkheidsgraad), de leerstijl en de voorkeuren (verschillende oefen- en instructievormen) van de leerling. Zo sluit het leerproces zo nauw mogelijk aan op de individuele leerbehoeften van leerlingen. Hoe meer er bekend is over het leergedrag van leerlingen, hoe beter het leermateriaal op individuele behoeften en voorkeuren kan worden afgestemd.
Malmberg werkt als eerste en enige uitgeverij in Nederland samen met Knewton: wereldmarktleider op het gebied van adaptief en gepersonaliseerd leren. Wilt u hier meer over weten? Leest u dan hier verder.
Zijn de verschillen en overeenkomsten tussen differentiëren, personaliseren en adaptief leren u duidelijk? Of heeft u nog een vraag met betrekking tot deze buzzwords? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.