Sinds augustus 2010 is de ‘Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen’ van kracht. Dat betekent dat de overheid taal en rekenen als kernvakken voor het onderwijs heeft bestempeld om zo de kennis van de kinderen op deze gebieden op een hogerniveau te brengen. Om deze slag te kunnen maken, is het gewenste niveau van leerlingen in elke fase van hun schoolloopbaan vastgelegd; de referentieniveaus.
Voor het basisonderwijs zijn de referentieniveaus 1F en 1S/2F verplicht. Omdat lezen een onderdeel is van taal, zijn de referentieniveaus ook van toepassing op het leesonderwijs. Maar wat betekenen de referentieniveaus precies en hoe zijn ze in Grip op lezen verwerkt? U leest het in deze brochure.