Van leerlingen in het voortgezet onderwijs wordt verwacht dat zij de vaardigheid ontwikkelen om hun eigen leerproces te sturen (i.e. zelfgestuurd leren). Helaas ontwikkelt deze vaardigheid zich niet vanzelf. Onderwijsonderzoekers zijn daarom op zoek naar effectieve manieren om de zelfregulatievaardigheden van leerlingen te trainen en te ondersteunen.
Eerder onderzoek wijst uit dat het mogelijk is om zelfregulerende vaardigheden te trainen in het middelbaar onderwijs met behulp van videovoorbeelden. Toch is het voor uiteindelijke implementatie van een dergelijke training in het middelbaar onderwijs uitermate belangrijk om te weten of deze vaardigheden — eenmaal aangeleerd — ook te gebruiken zijn tijdens andere vakken dan het vak waarin ze aangeleerd zijn.
Zelfbeoordelings- en taak-selectievaardigheden
Het eerste deel van het proefschrift (‘Improving Self-Regulated Learning: Effects of Training and Feedback on Self-Assessment and Task-Selection Accuracy’) van Steven Raaijmakers behandelt deze onderzoeksvraag. Hieruit blijkt dat het moeilijk is om aangeleerde zelfbeoordelings- en taak-selectievaardigheden toe te passen in een nieuw domein. Leerlingen lijken wel in staat om taken te selecteren voor (fictieve) andere leerlingen, maar wanneer zij ze op zichzelf moeten toepassen tijdens zelfgestuurd leren in het nieuwe domein, lukt dit hen niet.
Negatief effect
In het tweede deel van zijn proefschrift kijkt Raaijmakers of feedback op de zelfbeoordelingsaccuratesse de zelfbeoordeling kan verbeteren. Helaas leek de feedback zelfs een klein negatief effect te hebben op de zelfbeoordeling. Als laatste keek de promovendus naar het effect van de (emotionele) lading van feedback op de perceptie van geïnvesteerde moeite. Het bleek dat negatieve feedback leidt tot een perceptie van hogere geïnvesteerde moeite, en positieve feedback tot een perceptie van lagere geïnvesteerde moeite.
Raaijmakers is verbonden aan het NRO-project ‘Toepasbaarheid van scaffoldingstechnieken bij zelfregulatievaardigheden zoals monitoren en evalueren‘ van projectleider prof. dr. Jeroen van Merriënboer en promoveerde op 16 februari 2018 aan de Universiteit Utrecht.
(Bron: Universiteit Utrecht)