In het vorige artikel hebben we ons geconcentreerd op het meisje van ongeveer elf jaar dat op het punt staat de overgang te maken naar de brugklas van het voortgezet onderwijs. In dit artikel gaan we nader in op de jongen van ongeveer dezelfde leeftijd die ook op het punt staat deze grote stap te maken.
Er is in de voorafgaande jaren heel wat gebeurd in het lichaam van de jongen. In de foetale fase heeft het hormoon testosteron onder invloed van het Y-chromosoom al gezorgd voor de vermannelijking van zijn hersenen. Tegelijkertijd heeft het MIS-hormoon (zie schema) meedogenloos alles wat vrouwelijk is verwijderd. Het hormoon MIS bevordert de hersencircuits voor onderzoekend gedrag bij jongens en mannen, onderdrukt circuits voor typisch vrouwelijk gedrag, vernietigt de vrouwelijke voortplantingsorganen en draagt bij tot de aanleg van de mannelijke voortplantingsorganen en hersencircuits.
Hersenontwikkeling
Rechtsboven vindt u hetzelfde soort schema als bij de ontwikkeling van de vrouwelijke hersenen uit het vorige artikel. Dit schema bestrijkt de hersenontwikkeling tijdens de foetale periode, de jongensjaren en de puberteit. Het is belangrijk dat we van deze ontwikkeling kennisnemen, omdat het ons inzicht verschaft in de verschillen die in de loop van de jaren optreden. Deze verschillen zullen blijvende gevolgen hebben voor de toekomst. De ontstane inzichten zullen ons helpen het gedrag van jongens in de periode van de pubertijd en ook nog daarna te begrijpen. Bovendien kunnen we met deze kennis ons voordeel doen in de klassenpraktijk van alledag. In de komende artikelen zullen we de beide schema’s verder aanvullen. Aan de hand van deze schema’s kunnen we de ontwikkeling van jongens en meisjes, de overeenkomsten en de verschillen, nader verklaren.
Ervaringsleren (embodied cognition)
Al eerder hebben we op onderwijswijsvanmorgen kennis gemaakt met het verschil tussen het denken via de linkerhersenhelft en de rechterhersenhelft. De linkerhersenhelft is gericht op taal en detail (analyse), terwijl de rechterhersenhelft globaler kijkt en gericht is op de grote lijn (synthese). We hebben in een vorige aflevering van deze serie al gezien dat de groei van de linkerhersenhelft bij jongens later klaar is dan bij meisjes. Deze vertraagde groei zorgt voor meer interne verbindingen in de recherhersenhelft (S. Bidulph, 2002). Dit deel van ons brein kan niet digitaal (met woorden), maar wel analoog (met gedrag) communiceren. Dit maakt volgens wetenschappers dat jongens weliswaar snel tot oplossingen van wiskundige vraagstukken komen en dat gemiddeld sneller kunnen dan meisjes, maar dat zij moeite hebben hierbij een verbale uitleg te geven. Als zij hun oplossingen moeten uitleggen gaan zij onhandig bewegen met hun lichaam en komen ze moeilijk uit hun woorden. Ze zijn als geoefende tennisspelers die de verklaring van de vaardigheid van hun spel niet onder woorden kunnen brengen, maar intuïtief en razendsnel reageren op de moeilijkste ballen. Wetenschappers noemen dit “embodied cognition”. Jongens zijn hier sterk in. Als zij het woord “rennen” horen of “duiken” dan worden hun hardloopneuronen of duikneuronen mentaal in gang gezet. Zij beleven en herleven deze handelingen steeds weer opnieuw en slaan ze als het ware op in hun lichaam (embodied cognition). Zij doen dit vanuit het ruimtelijk bewegingsgebied in de pariëtale cortex dat altijd op AAN staat, waar het bij meisjes meestal op UIT staat.
Het schema van de eerste fasen van de ontwikkeling van het mannenbrein is ontleend aan L. Brizendine, The Male Brain, 2010.
¹MIS – Müllerian inhibiting Substance. Dit hormoon verwijdert alles wat vrouwelijk is uit de mannelijke hersenen.
²Vasopressine – Hormoon voor dapperheid en monogamie, agressief beschermen en verdedigen van territorium, partner en kinderen.