In een maatschappij waarin we 24/7 de beschikking hebben over actuele informatie, biedt digitalisering ongekende mogelijkheden. Hoe kunnen scholen en docenten gezamenlijk toewerken naar slimme digitale oplossingen die de docent ontzorgen en het beste uit iedere leerling halen? Een gesprek met Harold Rimmelzwaan, directeur van Uitgeverij Malmberg.
‘Gepersonaliseerd en adaptief leren’ lijkt het logische antwoord op die vraag. Dat is het ook, volgens Harold Rimmelzwaan. Als directeur van uitgeverij Malmberg – voorloper op het gebied van adaptief leren – benadrukt hij echter ook de cruciale rol van de docent. “Die is in een sterk veranderend veld de constante factor. De docent moet leerlingen begeleiden en informatie duiden die leersystemen opleveren. Het begint er dan ook mee hem of haar optimaal te faciliteren en werkdruk weg te nemen.”
En dat doet een educatieve uitgever anno 2017 met slimme digitale oplossingen die ontzorgen en die informatie op maat bieden over de prestaties van leerlingen. Zodanig op maat dat het daadwerkelijk adaptief leren mogelijk maakt. Rimmelzwaan: “De term adaptief wordt veel gebruikt, vaak ten onrechte. Een klas drie verschillende leerroutes bieden, is niet adaptief. Dat wordt het pas als er sprake is van een persoonlijke leerroute per leerling. Wij gebruiken daarvoor algoritmes: we werken met de leertechnologie van Knewton, die het leergedrag van één individuele leerling analyseert en op basis daarvan content levert die aansluit op het niveau en leergedrag van die ene leerling. Het gevolg is dat de leerling successen ervaart, beter wordt en dus: plezier heeft in leren. Met die aanpak is Malmberg uniek.”
Bijzondere samenwerkingen
En dat is niet onopgemerkt gebleven: de stichting Carmel college – met meer dan 50 schoollocaties – kiest overtuigd voor deze nieuwe manier van leren voor hun biologielessen. Het vooruitstrevende leerlab Nieuwe Thermen in Heerlen committeert zich zelfs schoolbreed aan de ‘Malmberg-visie’. Rimmelzwaan: “De samenwerking met scholen als Carmel en Nieuwe Thermen is ontzettend zinvol. Zij krijgen het nieuwste van het nieuwste en wij ontwikkelen onze producten door, op basis van hun input. Co-creatie, noemen wij dat. Het zijn unieke samenwerkingen waarvan zowel de scholen als wij veel leren.”
Ieder jaar een nieuw boek
Nieuw is ook het verbruiksmodel, waarbij scholen geen boeken meer kopen om ze meerdere jaren te blijven gebruiken, maar leerlingen een eigen boek geven waarin ze naar hartenlust mogen strepen en schrijven. Dat is niet alleen didactisch van grote waarde, voordeel is ook dat de aangeboden lesstof in dit model altijd up-to-date is. “We kunnen wijzigingen doorvoeren op basis van learning analytics of feedback van docenten”, aldus Rimmelzwaan. “Boeken vormen daarbij een aanvulling op digitale leermiddelen, die we doorlopend updaten in nieuwe releases.” Uiteraard allemaal binnen het leerlingenbudget.
Bij het digitale model heeft iedereen baat. Rimmelzwaan: “We voldoen ermee aan de eisen die ouders in een ‘24/7- samenleving’ ook aan het onderwijs stellen, scholen ervaren het voordeel van volledige prijstransparantie en docenten merken dat de werkdruk daalt. Het systeem ontzorgt hen immers, waardoor zij veel efficiënter kunnen werken. Omdat toetsbureau ICE onderdeel is van onze organisatie, kunnen we deze kwaliteitsslag doorvoeren in het hele proces, tot en met de toetsing.”
Elkaar vinden in techniek
De komende jaren worden digitale leerproducten verder ontwikkeld. “Daarvoor zal iedereen in de keten nauw moeten samenwerken”, zegt Rimmelzwaan. “Want ieders rol verandert, ook die van ons. Wij zijn nu al geen boekenuitgever pur sang meer, maar steeds meer ‘edutech-specialist’. Een revolutie willen we dat niet noemen. Iedereen moet mee kunnen komen, net als in de klas. Dus: snel waar het kan, stapsgewijs waar nodig. Met als einddoel: daadwerkelijk toegevoegde waarde bieden in het leerproces zodat iedere leerling – met hulp van de docent – het beste uit zichzelf haalt.”
Wil je meer weten over adaptief leren? Bekijk dan het eerder gegeven webinar ‘Slim leren omgaan met verschillen. Een stap verder in adaptiviteit’.