Ben je net lekker aan het tekenen, krijg je ineens de opdracht om ‘alleen nog maar rechte lijnen’ te tekenen. Of een hoedje, of een patroon. En dat is nog best lastig, zeker als je maar één minuut de tijd hebt en je direct moet beginnen. ‘Niet denken, maar doen’ staat in deze opdracht centraal. Voor de één een reden tot (gezonde) stress, voor de ander een verademing, na al dat denkwerk bij rekenen en spelling. En ook al gaat het vooral om het proces en niet om het product, het levert wel bijzondere en creatieve tekeningen op!
Zo werkt het
- Geef de kinderen de opdracht om een tekening te maken. Geef verder geen richtlijnen, ze mogen vrij tekenen.
- Deel na enkele minuten de kaartjes uit: elk tweetal krijgt één kaartje. Op het kaartje staat een tekenopdracht die ze allebei in hun eigen tekening moeten verwerken. Ze krijgen hiervoor één minuut de tijd. Benadruk dat de kinderen niet te veel over de opdracht na moeten denken, maar juist moeten tekenen wat in hen opkomt.
- Na de minuut geven de kinderen het kaartje door aan een ander tweetal.
- Herhaal dit een aantal keer. Het is steeds de bedoeling dat de opdracht ín hun tekening wordt verwerkt in plaats van steeds een nieuw tekeningetje te maken.
- Laat de kinderen elkaars tekeningen bekijken en bespreek de opdracht na.
Varianten
- Klassikaal
Stop de kaartjes in een mand of zakje en laat één kind een kaartje trekken en de opdracht voorlezen. Iedereen voert dezelfde opdracht uit. Na één of enkele minuten komt een ander kind naar voren en trekt de volgende opdracht. - Op het digibord
Laat de tekening op het digibord maken. Telkens komt één kind naar voren, leest een kaartje zonder de opdracht te vertellen en tekent op het digibord. Kunnen de andere kinderen raden wat de opdracht was? Daarna trekt een ander kind een kaartje en tekent verder. - In een groepje
Laat de kinderen in een groepje samen één tekening maken op een A3-vel. Elk kind heeft een eigen kaartje met een andere tekenopdracht. - Circuit
Maak groepjes van vier tafels en leg op elke tafel één kaartje neer én per tafel andere tekenmaterialen. Bijvoorbeeld: kleurpotloden, stiften, houtskool, krijt, wasco, markers. Elk kind heeft één groot tekenvel en neemt dat steeds mee naar de volgende halte.