Naar aanleiding van de literatuurstudie ‘Kwaliteit van toetsen binnen handbereik’ ontwikkelde het Research Center voor Examinering en Certificering (RCEC) ‘Eerste Hulp bij Toetsen’: een reader met tips en adviezen om het maken, afnemen, beoordelen en evalueren van toetsen te verbeteren. In dit artikel een aantal direct toepasbare adviezen met het oog op het gebruiksdoel van de toets.
Het gebruiksdoel: Summatief of formatief?
Bij summatieve toetsing zijn andere aspecten van belang dan bij formatieve toetsing. Daarom is het, voordat u een toets maakt, belangrijk om te weten wat het gebruiksdoel van de toets is. Zo is het bij summatief toetsen belangrijk om de resultaten van leerlingen objectief te beoordelen aan de hand van een beoordelingsschema en een toetsmatrijs:
- In het beoordelingsschema (zie fig. 8a in de reader) formuleert u bij elke vraag het juiste antwoord, de elementen die punten waard zijn en de maximaal te behalen score per (gedeeltelijk) goed antwoord. Bespreek dit schema met collega’s binnen de sectie. Zo gaat iedereen op dezelfde manier te werk.
- De normering en cesuur zijn belangrijk om tot een juiste en voor de leerling transparante beoordeling te komen. Deze zijn te bepalen door gebruik te maken van het beoordelingsschema en een toetsmatrijs. In een toetsmatrijs stelt u – op basis van de moeilijkheid en de hoeveelheid vragen per niveau (zoals kennis, toepassing en inzicht) – vast hoeveel punten een leerling moet halen om een voldoende te krijgen (zie fig. 3a in de reader).
- Deze werkwijze vergroot uw objectiviteit. Ook kunt u de toetsresultaten niet per leerling, maar per vraag nakijken. En weet u niet zeker hoeveel punten of welk cijfer u een leerling moet toekennen? Laat er dan eens een collega naar kijken; of vraag bij twijfel hoe hij of zij een antwoord zou beoordelen.
Bij formatief toetsen zijn bovenstaande aspecten minder belangrijk, omdat formatieve toetsing een ander gebruiksdoel dient. Waar u met summatieve toetsen tot een beoordeling wilt komen, staat formatieve toetsing in het teken van feedback op basis van de toetsresultaten. Waar staat de leerling? Wat gaat goed en wat kan beter? De manier waarop leerlingen worden voorzien van feedback, is dan ook het belangrijkste aspect bij formatieve toetsing:
- Wacht niet te lang met het geven van feedback, maar doe dit zo snel mogelijk nadat leerlingen de toets hebben gemaakt. Als de kennis nog vers is dan leren ze er meer van.
- Probeer waar mogelijk feedback op antwoorden te formuleren in de vorm van een wedervraag. Zo stimuleert u de leerling om zelf na te denken over zijn (foute) antwoorden.
- Feedback dient in alle gevallen uitgebreid en constructief te zijn. Vergeet daarom niet te benoemen wat leerlingen goed hebben gedaan. Geef waar mogelijk tips waarmee leerlingen zichzelf kunnen verbeteren voor toekomstige formatieve én summatieve toetsen.
- Het feedbackproces is geen eenrichtingsverkeer. Geef leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen aan de hand van uw feedback. Dat versterkt het belang van feedback als onderdeel van het leerproces.
Wilt u meer te weten komen over het maken, afnemen, beoordelen en evalueren van toetsen? Lees dan de gehele reader door. Daarin vindt u, naast bovenstaande informatie, meer tekst en uitleg over het formuleren van specifieke toetsdoelen en het kiezen van de bijpassende toetsvorm om uw doel zo goed mogelijk te meten en toetsen. Ook kunt u de Toetswijzer van Kennisnet eens doornemen. Op deze webportal vindt u, ter verdieping, per onderwerp meer informatie en verschillende relevante artikelen. Tot slot kunt u op Toets VO, de themawebsite van Malmberg, terecht voor meer informatie over beter (leren) toetsen.
Past u bovenstaande punten toe in uw eigen lespraktijk? Of heeft u een gouden tip die u graag deelt met collega’s? Laat dan een reactie achter via onderstaand reactieformulier.