Het regent influencers om me heen. Mijn neefje van 17 is het. Voor zijn 15.000 volgers op TikTok post hij filmpjes waarin hij in coole kleding heen en weer loopt door zijn – veel te kleine – tienerkamer. Mijn freelancecollega’s zijn het. Ze delen van alles over hun interessante beroep. En ook veel leerkrachten zijn het tegenwoordig. Ze zijn een ‘eigen merk’ op social media geworden.
Wat beweegt die mensen?, vraag ik me af, terwijl ik door hun tijdlijnen scrol. Waarom steken ze hier zoveel tijd en energie in, naast hun gewone werk?
Stiekem weet ik het wel. Invloed hebben is ertoe doen. Is dat niet waarom ik zelf ooit journalist wilde worden? Het geeft voldoening als na een artikel in Juf & Meester de mailbox volstroomt met reacties van leerkrachten die zich erin herkennen. Als na een serie interviews over pleegzorg de grote talkshows ook opeens dit onderwerp brengen (en heel ‘toevallig’ dezelfde gasten interviewen). Of als de jongen achter de kassa vertelt dat hij na mijn stukje in de lokale krant, zelf zo’n straatbiebje in elkaar geklust heeft. En ik ben niet roomser dan de paus, dus ja, ik klop mezelf dan graag op de borst. Moet ook wel. Want het zijn korte momenten en net zo vaak hebben mijn artikelen geen effect, zijn ze slechts ter vermaak. Of voor de kattenbak.
Ik dacht altijd: invloed = het aantal mensen dat kijkt, luistert of leest. Maar de afgelopen jaren ontdekte ik nog twee variabelen: invloed = aantal mensen x impact x tijd.
Je kunt een miljoen luisteraars hebben, maar als zij niet geraakt worden door jouw radioprogramma, dan heb je weinig invloed (impact = 0). Je kunt duizenden volgers op social media hebben, maar als ze je filmpjes vluchtig bekijken (tijd = enkele seconden) verandert dat echt geen levens.
De mensen die het hoogst scoren op ‘impact’ en ‘tijd’ zijn waarschijnlijk ouders. Zij investeren geen seconden, minuten of uren, maar een leven lang. En hun impact op hun kinderen is groot. Dat zouden we in elk geval mogen aannemen. Wie komen daarna? Ik denk dat jij als leerkracht op de tweede plaats staat. Je brengt veel tijd door met jouw doelgroep, de kinderen: een onderbouwleerkracht een slordige 3.520 uur per jaar, een bovenbouwleerkracht zelfs 3.760 uur! Dat is wel even wat anders dan een tv-programma van 20 minuten of een Instagrampost van een minuut. Bovendien kun je veel impact hebben. Regelmatig hoor ik mensen in interviews zeggen dat ze geïnspireerd werden door die éne leerkracht. Dat díe het verschil maakte. Dat hoor ik nou nooit over de bakker en zelden over de oppas.
Een klas heeft gemiddeld 24 leerlingen. Daarmee lijkt je bereik klein. Maar stel dat je je hele leven in het onderwijs werkt. Dan ben je op je 67ste influencer van een dikke 1.000 leerlingen geweest. Leerlingen die loodgieter en ambtenaar werden. Of onderzoeker, vrijwilliger bij een hospice en… ongetwijfeld journalist. Jouw invloed zal waarschijnlijk niet tot Kamervragen leiden. Maar al die Kamerleden en ministers hadden wel ooit een leerkracht als jij.
En ook als je niets terughoort van je leerlingen, dat ze niets van je geleerd lijken te hebben – dat wil niet zeggen dat jouw impact nul was. Onlangs sprak ik een meester die vertelde dat hij in de supermarkt tegen een oud-leerling aanliep. Een leerling die ‘gemaakt als inbreker en oplichter. Hij zei: ‘Ik wil u bedanken. Toen ik in de gevangenis zat, heb ik vaak gedacht aan de dingen die u tegen me zei. Ik ben begonnen met een opleiding.’
Wat ik je dus eigenlijk zeggen wil: als leerkracht bén je al een topinfluencer.