Een paar weken geleden vroeg iemand ons naar ervaringen met het gebruik van Twitter in het onderwijs. Daar hadden we toen nog geen antwoord op. En ook nu zijn er voor zover ik kan nagaan nog geen Nederlandse initiatieven. Wel kwam ik via de E-learn weblog van Willem Valkenburg een paar voorbeelden vanuit het Amerikaanse hoger onderwijs tegen. In dit artikel een overzicht van de verschillende vormen en de voor- en nadelen.
Twitter is een online service waarmee je berichtjes kunt posten en/of volgen van maximaal 140 tekens. Daarmee is het een snelle manier om ideeën en gedachten uit te uitwisselen, sneller dan een blog, inhoudelijker dan een chat. De Amerikaanse leraren zetten Twitter in om tijdens en tussen de lessen door de ideeën van leerlingen te verzamelen.
In de klas van Monica Rankin konden leerlingen tijdens de les hun mening geven en ideeën aandragen voor discussieonderwerpen (bekijk op YouTube). De lijst met tweets die zo binnen kwam, werd live vertoond op een groot scherm in de klas. Tijdens de les pikte Monica hier af en toe onderwerpen uit en ging erop door. Het doel was zo meer leerlingen te betrekken bij de groepsdiscussie: normaal gesproken zijn het altijd dezelfde mensen die aan het woord zijn. Door de laagdrempeligheid van Twitter krijgen meer leerlingen de kans hun mening te geven.
Ira Socol wilde Twitter gebruiken om inzicht te krijgen in het proces in de klas. Hij wilde die dingen die leerlingen normaal gesproken voor zich houden expliciet maken. Dat kunnen bijvoorbeeld inhoudelijke vragen zijn, maar ook gedachtes als “dit slaat nergens op”, “het gaat te snel” of “wanneer is het examen ook al weer”. Ook Ira Socol vertoonde alle berichtjes van de leerlingen live in de klas. Door er af en toe naar te kijken kon hij zijn les aanpassen of op een vraag ingaan. Zijn ervaring: deze manier van werken, zorgt ervoor dat datgene wat leerlingen normaal gesproken afleid, ineens iets wordt waardoor ze juist meer betrokken zijn bij de les. Bovendien krijgt hij ook zelf een beter inzicht in wat er in zijn klas gebeurt.
De laatste ervaring is van Bill Handy. Hij gebruikte Twitter niet live tijdens de klas, maar meer tussen de bedrijven door. Leerlingen gebruikten Twitter om andere leerlingen vragen te kunnen stellen of interessante links en informatie te delen. Door het gebruik van specifieke keywords kon iedereen zo makkelijk samen leren. Twitter is op die manier een snellere en meer toegankelijke variant van een discussieforum.
Opvallend was dat de leraren zelf weinig bekend waren met Twitter toen ze begonnen. Ze schakelden daarom de hulp van leerlingen en eigen kinderen in. Ook voor de meeste leerlingen was Twitter vaak nieuw. Maar na wat eerste berichtjes in de trant van “wat is dit?” en “hoe werkt dit?” kregen zij het ook snel onder de knie. Monica Rankin merkt hierover op dat zij het zelf soms moeilijk vond om de stroom berichtjes te volgen, maar dat haar leerlingen daar veel minder problemen mee hadden, zij zijn kennelijk veel meer getraind in het volgen van dit soort datastromen.
Verder zijn de ervaringen overwegend positief. Alle leerlingen, ook diegenen die normaal gesproken liever niets doen, worden door Twitter actief betrokken bij de les. Nadelen zijn dat het twitteren in grotere groepen wel heel onoverzichtelijk kan worden. Ook kan het maximum van 140 tekens wat beperkt zijn voor het formuleren van een heldere gedachte. Tenslotte was het lastig echte discussies te voeren: tegen de tijd dat er werd gereageerd op de ene stelling, was er alweer een andere geponeerd.
Het lijkt er kortom op dat dit een aardig experiment is om ook in Nederland eens uit te voeren. Maar het gebrek aan structuur is nog iets te beperkend. Wie weet als Google Wave straks uitkomt: dat lijkt me naar aanleiding van deze verhalen de ultieme oplossing.
Lees meer over Twitter op Onderwijs van Morgen:
– De onderwijs Twitter
– Twitter, tweeten en onderwijs