Op steeds meer scholen verdwijnen de handvaardigheidlokalen. De reden? Er is onvoldoende kennis, tijd en interesse voor. Maar: wordt er zo bij kinderen wel genoeg interesse gewekt voor handwerk? En hoe staat handenarbeid in verhouding tot het praktijkgericht onderwijs en hybride leeromgevingen? Daarover lees je meer in dit artikel.
In november 2018 verscheen in NRC Handelsblad het artikel Laat kinderen weer timmeren, zagen en solderen op school. Soldeerbouten, hamers, schroevendraaiers en verroeste figuurzagen – wetenschapper Tjip de Jong vond ze onder een dikke laag stof in de opslagruimte van de basisschool van zijn kinderen. Hij ontdekte dat op vrijwel iedere basisschool het handvaardigheidlokaal is verdwenen.
Leren door handvaardigheid
Het is ruim twintig jaar geleden dat ik zelf op de basisschool zat. Ik herinner me nog goed hoe we bijna wekelijks soldeerden en figuurzaagden. Ik was er niet goed in – ik deed vooral mijn best om het zaagje van de figuurzaag niet te breken en mijn hand niet te verbranden aan de soldeerbout – maar toch leerde ik veel: bijvoorbeeld hoe je constructies moest maken, hoe je moest rekenen met schalen en hoe je hoeken kon berekenen.
Te weinig tijd
Hoe komt het dat veel scholen hun handvaardigheidlokaal afstoten? De meeste scholen hebben geen geld voor een aparte vakleerkracht handvaardigheid. En het vak er zelf wekelijks bij geven, dat lukt bijna niet. De leerkracht heeft al meer dan genoeg te doen; er is simpelweg te weinig tijd om les te geven in handvaardigheid. Dat is jammer, het is goed om kinderen kennis te laten maken met dit vak en wellicht helpt het hen al om meer interesse te krijgen op dit vakgebied.
Tekort aan vakmensen
Door de vergrijzing kampt Nederland inmiddels met een groot tekort aan vakmensen. Bedrijven in de bouwsector hebben steeds meer moeite om vakmensen als elektriciens, timmermannen en installateurs te vinden. Jongeren zouden geen vieze handen meer willen krijgen. De interesse in het vak moet terugkomen door aantrekkelijk beroepsonderwijs.
Praktijkgericht onderwijs biedt baankansen
Vakmensen worden veelal opgeleid via praktijkgericht onderwijs. Na de basisschool volgen leerlingen bijvoorbeeld een vmbo-beroepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg en stromen daarna door naar het mbo. Uit onderzoek blijkt dat specialistisch opgeleide mbo-vakmensen de beste baankansen hebben. Daarom zijn leren en werken steeds vaker met elkaar verbonden op het mbo in de vorm van hybride leeromgevingen.
Hybride leeromgevingen
In een hybride leeromgeving worden leren, werken en innoveren gecombineerd in een realistische beroepspraktijk. ‘Zo’n omgeving, die niet alleen ruimte biedt voor leren en werken, maar ook voor onderzoeken en experimenten, vergroot de instroom van nieuwe docenten,’ aldus Hevo. Als het bedrijfsleven dan ook nog uitdagende projecten inbrengt, maken zowel de docent als de hybride leeromgeving het praktijkonderwijs extra inspirerend. Hevo: ‘Uiteindelijk levert deze ontwikkeling de gekwalificeerde medewerkers af waar het Nederlandse bedrijfsleven zoveel behoefte aan heeft.’
Handvaardigheidslokaal voor elke basisschool
Tjip de Jong vindt dat basisscholen meer handvaardigheid moeten geven. Juist omdat veel kinderen later opgeleid worden tot vakmensen. ‘Je zou denken dat meer tijd en aandacht voor handvaardigheid juist de leerervaring op school verrijkt en verdiept,’ zegt hij. Daarom heeft elke basisschool wél een handvaardigheidlokaal nodig: een basisbehoefte voor een krachtige leeromgeving!
Verder lezen
Wil je weten hoe je studenten in een hybride leeromgeving het beste kunt begeleiden? Lees dan deze artikelen: hybride leren op het mbo en hybride leeromgeving steeds noodzakelijker.
Hoe besteedt jouw school aandacht aan handvaardigheid? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.