De werkdruk in het onderwijs is momenteel ongekend hoog. Hierdoor is het voor iedereen die werkzaam is in de branche een uitdaging om het werkgeluk te behouden. Waar komt die werkdruk precies vandaan? En wat kan er gedaan worden om het werkgeluk onder onderwijsprofessionals te behouden of te vergroten?
Dit artikel is eerder verschenen op Onderwijs van morgen.
De werkdruk in het onderwijs is hoger dan de gemiddelde werkdruk in Nederland. Medewerkers in het onderwijs vinden hun werk vaker emotioneel zwaar of moeilijk. Ook verzuim en burn-outklachten komen in het onderwijs bovengemiddeld voor én stijgen. Zo liet de Algemene Onderwijsbond vorig jaar weten dat meer dan een kwart van de medewerkers in het voorgezet onderwijs in 2021 met burn-outklachten kampte. Ook bij het primair onderwijs constateerde De Onderwijsraad begin 2021 dat er te veel verantwoordelijkheden op de schouders van individuele leraren liggen. Daarnaast blijkt dat zo’n driekwart van de docenten in het middelbaar beroepsonderwijs een hoge werkdruk ervaart. Kortom: het gehele onderwijs lijkt last te hebben van bovenmatige werkdruk.
Objectieve versus subjectieve werkdruk
De oorzaken van deze hoge werkdruk zijn niet eenvoudig te benoemen. We maken onderscheid in objectieve en subjectieve werkdruk. Objectieve werkdruk is de gemeten taaklast, subjectieve werkdruk is de door de werknemer ervaren werklast. Als er sprake is van een disbalans tussen taakeisen – wat de werkgever van de werknemer vraagt – en regelmogelijkheden – wat de werknemer kan doen om aan de taakeisen te voldoen – ervaart de werknemer werkdruk. 60 procent van het primair onderwijspersoneel geeft aan dat de kwantitatieve taakeisen vaak of altijd hoog zijn, in het voorgezet onderwijs is dat 45 procent. Van de mbo-docenten ervaart momenteel 45 procent een hoge en 10 procent een veel te hoge werkdruk. Bij zowel het basisonderwijs als voortgezet onderwijs komt de combinatie van hoge taakeisen en lage regelmogelijkheden vooral voor bij docenten.
Personeelstekort, pedagogische opdrachten en omvangrijke kerndoelen
Voor die hoge werkdruk zijn verschillende oorzaken. Er liggen te veel verantwoordelijkheden op de schouders van leraren. Daardoor komen leraren niet meer toe aan hun kerntaak: het geven en ontwikkelen van onderwijs. Dit gaat bovendien ten koste van de kwaliteit van het onderwijs. De hoge werkdruk wordt ook nog eens versterkt door het lerarentekort, maar tegelijk is de werkdruk ook één van de oorzaken van het lerarentekort. Het versterkt elkaar, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat: nog meer mensen verlaten het onderwijs, waardoor het tekort nog meer oploopt en de werkdruk nóg hoger wordt.
Daarnaast worden scholen steeds vaker verzocht bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Scholen krijgen pedagogische opdrachten, de kerndoelen worden steeds omvangrijker en scholen moeten extra ondersteuning bieden aan leerlingen met een beperking of onderwijsachterstand. Bovendien moeten scholen zich steeds meer en beter verantwoorden over de inhoud en kwaliteit van hun onderwijs en de resultaten van de leerlingen. Dit brengt uiteraard meer regeldruk en administratieve lasten met zich mee voor leraren. Er worden meer toetsen afgenomen, er wordt meer geregistreerd en geëvalueerd en leraren onderhouden intensiever contact met de schoolleiding en ouders.
Werdruk verlagen, werkgeluk vergroten
Om goed met hoge werkdruk om te gaan, kun je als leraar zelf ook iets doen. Toch ben je hierin beperkt; het écht grote verschil om de werkdruk te verlagen ligt bij de overheid. Daarom hebben minister Wiersma (OCW), de onderwijsbonden, PO-Raad en VO-raad vorig jaar een akkoord gesloten over een structurele investering van 1,5 miljard euro in het primair en voortgezet onderwijs. Met dit geld kan extra onderwijsondersteunend personeel aangenomen worden zoals een onderwijsassistent of conciërge; er kunnen vakleerkrachten aangesteld worden of digitale leermaterialen. Ook heeft het kabinet in april vorig jaar een akkoord bereikt over het dichten van de loonkloof tussen leraren op de basisscholen en in het voortgezet onderwijs. Basisschoolleraren gaan er de komende jaren minimaal 4 procent en gemiddeld 10 procent op vooruit. Extra salaris helpt om de ‘status’ van het vak te vergroten en zal meer toekomstige leerkrachten aantrekken.
Toch lost een hoger salaris niet alles op. Ook zullen pas afgestudeerde leraren goede begeleiding moeten krijgen volgens Hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt aan de universiteiten in Maastricht en Tilburg, Frank Cörvers. ‘Vaak worden jonge leraren zonder begeleiding voor de klas gezet omdat scholen geen andere optie hebben. Dan kan zo’n leraar afknappen op het werk en besluiten te stoppen. Dat neem je met een goed salaris niet meteen weg’, zei Cörvers vorig jaar nog tegen NOS Nieuws hierover.
Eigenaarschap voor leraren
Maar hoe kun je dat extra geld dan het beste inzetten tegen werkdruk? Volgens CNV Onderwijs is het met name belangrijk dat elk onderwijsteam met elkaar kijkt wat nodig is aan regeldruk. Zij pleitten voor eigenaarschap voor leraren met vertrouwen in de onderwijsprofessional, in plaats van controle. Zo kunnen instellingen op schoolniveau en individueel niveau keuzes maken hoe ze werkdrukmiddelen inzetten. Daarnaast pleitten ze onder meer voor kleinere klassen, aanpassing van het taakbeleid, carrièreperspectief voor leraren en versterking van de Medezeggenschapsraad. Ook De Onderwijsraad meent dat schoolbesturen en leraren samen in kaart moeten brengen wat nodig is voor goed onderwijs, hoeveel tijd dat kost en wie de uitvoering op zich gaan nemen. Daarnaast adviseren zij dat niet meer één leraar alle lessen in een groep verzorgt, maar raden ze aan beter gebruik te maken van de expertise van ondersteunde professionals zoals vakleerkrachten en onderwijsassistenten.
Tijdens Onderwijs van Morgen Live, op 15 maart 2023, stond het thema Van werkdruk naar werkgeluk centraal. Hoe sta je gelukkig voor de klas? Hoe haal je het beste uit jezelf en je lesmethode? Wat kun je doen om om te gaan met toenemende werkdruk? Kijk Onderwijs van Morgen Live terug en laat je inspireren.