Ik zit op het puntje van mijn stoel. Juf Margriet heeft een gewaad aan en een tovenaarshoed op. We moeten allemaal een slok nemen van een speciale toverdrank. Het smaakt naar ranja, maar heeft een groene kleur. Dan beweegt de juf met een toverstok boven een bierviltje. Ze houdt het bierviltje onder de kraan, breekt het doormidden en… haalt er een briefje van 25 gulden uit!
Thuis moet ik dat natuurlijk ook uitproberen. Mijn ranja is niet groen, maar verder klopt alles. Mijn vader probeert me nog op andere gedachten brengen, maar nee, juf heeft altijd gelijk! Natuurlijk mislukt de truc, ik had niet de goede toverdrank.
Ik weet niet veel meer uit mijn kleutertijd, maar dit staat me nog bij. Verwondering! Nu ik als leerkracht gewerkt heb, weet ik dat daar helemaal geen gewaad of toverdrank voor nodig is. Kleuters verwonderen zich al snel. Logisch ook, voor hen zijn veel ervaringen nog nieuw. Wie zegt dat je geen 20 eurobiljet uit een bierviltje kunt toveren? Dat weet je alleen maar als je het heel vaak geprobeerd hebt, toch?
Jaren na het magische bierviltje zit ik als stagiaire op de grond tussen een aantal kinderen. Een docent van de pabo komt op bezoek en kan me eerst niet vinden. Ik ben aan het meespelen met twee jongens in de huishoek. Ik doe net alsof ik een plastic ei doorslik. Compleet met geveinsde moeite om het grote ei helemaal weg te krijgen. Maar floep, weg is het ei. ‘Heb je dat ei écht doorgeslikt?’ Verwondering!
Wat moet het toch heerlijk zijn om de wereld door de bril van een kleuter te zien. Je verwondert je over alles. Je wordt niet steeds geplaagd door ‘dat kan vast niet’. Alles is mogelijk, tot het tegendeel bewezen is.
Momentje, hoor. Floep, daar is het ei weer! Heeft iemand een bierviltje?