‘Juf? Ik denk dat ik moet over…’
Voordat Joëlle de laatste twee lettergrepen van dat misselijkmakende woord heeft uitgesproken, ligt haar hele maaginhoud op de vloer. Het is maandagochtend, vijf over half negen en ik kan precies zien wat het arme schaap vanmorgen, gisteravond en gistermiddag heeft gegeten.
Tijd om te panieken is er niet, want mijn groep weet dat hun juf niet zo goed tegen spugende kinderen kan. Het overgeefprotocol gaat direct van start: Joëlles tweelingbroer Jonas sprint naar de kleuters voor een bak zand, Rajesh gaat de conciërge halen en Puck duikt de keukenkastjes in. Op zoek naar een emmer, sop en de luchtverfrisser. De andere kinderen zitten ondertussen braaf aan hun tafeltje en gaan aan de slag met het ‘werk voor noodgevallen’: werkboekjes.
Een leesmoeder en directeur Pim zijn in allerijl naar de klas gekomen – het blijkt dat onze conciërge ook een zwakke maag heeft – en schieten te hulp. In een mum van tijd is de klas weer brandschoon en ruikt het lavendelfris. Joëlle wacht in de directiekamer op haar moeder en ik kan met een gerust hart naar de gym. Ik ben onwijs trots op mijn leerlingen.
Bovenstaand verhaal speelde zich twee jaar geleden af. Het was voor het eerst dat ik werd geconfronteerd met een heus virus. Koorts, overgeven, diarree… ik heb het sindsdien allemaal voorbij zien komen.
Vorig jaar kreeg mijn duo de griep. Net op het moment dat ze met de groep naar de kinderboerderij zou gaan. Ik kon het mijn lieve leerlingen niet aandoen om de expeditie te cancelen, dus besloot ik ze te vergezellen op een zeer ijskoude ochtend in februari. Nou, dat heb ik geweten. In de middag had ik al dertien ouders gebeld met de vraag of ze alsjeblieft hun spugende, poepende of ijlende kind konden komen ophalen. Eén moeder dacht zowaar dat we mond-en-klauwzeer hadden opgelopen bij die beesten. Nadat ik haar gerust had gesteld, sloeg de twijfel toch toe. Want ook ik begon me allesbehalve kiplekker te voelen en moest me uiteindelijk overgeven aan dat nare virus.
Ook dit schooljaar is het raak. Afgelopen maandag zat ik met groep 3 in de kring. De kinderen vertelden vol enthousiasme over hun weekend, totdat ik een geluid hoorde dat bij mij onmiddellijk alle alarmbellen deed afgaan. Ik vloog naar Nina, tilde haar op en wierp haar het toilet in waar zij acuut moest overgeven.
Mijn doelgerichte tactiek vereiste weliswaar de nodige snelheid, maar zo voorkwam ik wel een spectaculaire spuugsessie in de klas. Het overgeefprotocol in groep 3 verloopt namelijk nog niet zo soepel als in groep 5 destijds. We zullen het ‘wat-te-doen-bij-spugen-beleid’ een aantal keer moeten herhalen. En op de een of andere manier vrees ik dat we de komende tijd heel veel kunnen oefenen…