Home » Materiaal 12+ » De mens en de marathon

De mens en de marathon

In april vindt de beroemde marathon van Rotterdam plaats: duizenden mensen proberen 42,2 km hard te lopen. In de oertijd renden mensen ook lange afstanden, maar dan achter mogelijke prooidieren aan. Die dieren renden veel sneller, maar raakten oververhit doordat ze niet goed konden zweten. De jagende mensen konden hun lichaamstemperatuur wel goed op peil houden, door flink te zweten.

Bekijk de video. Maak daarna de opdrachten

Opdrachten

1 Het wereldrecord op de 100 meter sprint staat op naam van Usain Bolt uit Jamaica: 9,58 seconden. In BiNaS staat dat een cheeta (jachtluipaard) een sprintsnelheid heeft van 34 m/s. Stel dat Bolt 100 meter sprint tegen een cheeta.
Hoeveel meter moet Bolt nog lopen als de cheeta de finish passeert?

2 Waardoor is de naakte huid van mensen een voordeel in een langeafstandsrace met dieren?

3 Om prooidieren te kunnen achtervolgen en uiteindelijk in te halen en bijvoorbeeld met pijlen te doden, moesten onze voorouders aan verschillende voorwaarden voldoen. Noem er twee.

4 Mensen hebben in verhouding tot bijvoorbeeld chimpansees lange benen, die recht onder hun romp zitten, terwijl de achterpoten van chimpansees meer zijwaarts zijn bevestigd.
Wat is het voordeel voor de mens bij het rennen?

5 Bij de mens schommelt door stevige nekligamenten het hoofd niet heen en weer bij het rennen.
Wat is daarvan het voordeel?

6 De jacht van onze rennende voorouders duurde soms enkele uren. Daarbij liepen zij niet voortdurend op topsnelheid en verbrandden zij vooral vetten. Leg dit uit.

Antwoorden bekijken

Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.

Andere In het nieuws Biologie

Evolutionair onderzoek met behulp van eiwitten

Evolutionair onderzoek gebeurt vaak door de bouw van fossiele botresten en recente botten te vergelijken. Een nieuwere methode is de vergelijking van biomoleculen.

Bekijk

Minder libellen als gevolg van klimaatverandering

Het aantal libellen in Nederland is sinds 2008 met 28% afgenomen. Dit past bij het beeld dat de biodiversiteit onder druk staat als gevolg van de klimaatverandering. Vooral libellensoorten die van kou houden, verdwijnen snel. Belangrijke oorzaken zijn warme zomers, droogte en een slechte kwaliteit van het water. Warmteminnende libellen doen het juist beter. Lees […]

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.