In deze opdracht ga je aan de slag met het vocabulaire dat je tot nu toe geleerd hebt in het hoofdstuk waaraan je op dit moment werkt.
- Maak kleine groepjes van ca. 4 leerlingen en zorg voor pen en papier.
- Eén leerling neemt een woord in gedachten uit het geleerde vocabulaire (van het hoofdstuk waar je op dit moment aan werkt), en tekent dit woord op papier. Let op: Je mag geen letters ‘tekenen’.
- De anderen raden het Franse woord dat deze leerling in gedachten heeft.
- Goed geraden? Dan mag de leerling die het goed heeft geraden een woord tekenen, en begint een nieuwe ronde.
- Welk groepje heeft aan het einde de meeste Franse woorden geraden?