De wereldwijde verspreiding van het corona-virus heeft grote gevolgen. In veel landen worden mensen ziek, soms met de dood tot gevolg. De meeste landen nemen maatregelen om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan: mensen moeten thuisblijven of afstand houden. Zowel de ziekte zelf als de maatregelen hebben grote gevolgen voor de economie. Veel winkels, horeca en andere bedrijven zijn helemaal gesloten of nog maar beperkt open. Dat is een drama voor veel mensen, die hun inkomen verliezen. Maar de vermindering van economische activiteiten heeft een positief effect op de luchtkwaliteit.
Stikstofdioxide
Een van de gassen die de lucht vervuilen is stikstofdioxide (NO2). Dit gas komt vooral van auto’s, vliegtuigen en ander verkeer. Ook de industrie produceert veel stikstofdioxide. Het gas zorgt ervoor dat er te veel stikstof in het milieu komt, waardoor er overal veel dezelfde planten gaan groeien, zoals gras en brandnetels. Andere planten verdwijnen dan op veel plaatsen. De Nederlandse Tropomi-satelliet kan NO2 goed meten en zelfs de verschillen per dag waarnemen. Die verschillen per dag zijn groot. Op zondag is de NO2-concentratie bijvoorbeeld veel lager en ook de windsnelheid en windrichting zijn van belang. Om een goed beeld te krijgen van de veranderingen, vergelijken we daarom altijd hele weken of langere periodes uit verschillende jaren. Zie bron 1 tot en met 5.
Ammoniak
Stikstofdioxide en ammoniak (NH3) bevatten beide stikstof en hebben vergelijkbare gevolgen voor het milieu. Een belangrijk verschil is de bron: verreweg de meeste ammoniak komt van mest en kunstmest uit de landbouw. Op de hoeveelheid mest heeft de coronacrisis minder directe invloed dan op het verkeer en de productie in de industrie. Daarom neemt de ammoniakuitstoot ook veel minder af dan de uitstoot van stikstofdioxide. Verder zorgt de uitstoot van ammoniak uit de landbouw voor meer stikstof dan de uitstoot van stikstofdioxide uit andere bronnen (zie bron 6).
Koolstofdioxide
De concentratie van koolstofdioxide (CO2) in de lucht is veel moeilijker nauwkeurig te meten dan de concentratie NO2. Om een idee te krijgen van de hoeveelheid CO2 in de lucht, kijken we daarom naar het verbruik van fossiele brandstoffen. Hoe fossiele brandstof er verbrand wordt, hoe meer CO2 in de lucht komt. De grafiek bij bron 5 laat bijvoorbeeld het brandstofgebruik in China zien in de periode rond het Chinese nieuwjaar (in 2020 was dat op 25 januari).
Fijnstof
Fijnstof bestaat uit hele kleine deeltjes die vooral vrijkomen bij verbranding van fossiele brandstoffen en hout. De meeste fijnstof komt van het verkeer. Verder zijn sigaretten, open haarden, barbecues, industrie, elektriciteitscentrales en de landbouw bronnen van fijnstof. Fijnstof kan bij mensen hart- en vaatziekten en ziekten aan de luchtwegen veroorzaken. Doordat er minder verkeer en minder economische activiteiten zijn, is er ook minder fijnstof. Maar corona heeft misschien niet alleen invloed op de hoeveelheid fijnstof, misschien is het ook andersom. Volgens Amerikaans onderzoek is de sterfte door corona ook hoger in gebieden met veel fijnstof. Misschien dat mensen in deze gebieden een slechter afweersysteem hebben. Het Nederlandse RIVM gaat dit nu ook onderzoeken.
Bron 1 NO2-concentraties in Nederland
Bron 2 NO2-concentraties in Frankrijk
Bron 3 NO2-concentraties in China
Bron 4 NO2-concentraties in Italië
Bron 5 NO2-concentraties in Spanje (geanimeerde GIF)
Bron 6 herkomst van stikstof
Bron 7 steenkoolgebruik in zes grote Chinese elektriciteitscentrales rond Chinees nieuwjaar
Bron 8 Tweet voorzitter Dutch Farmers Coalition over bron 1