Muskusratten, halsbandparkieten en Japanse duizendknoopplanten zijn voorbeelden van invasieve exoten. Zij veroorzaken problemen in hun nieuwe Nederlandse leefomgeving. Ga naar deze site en bekijk de video ‘Exotische soorten in Nederland’. Maak daarna de opdrachten.
Opdrachten
1 De muskusrat is een exoot die snel in populatiegrootte toeneemt. Om te onderzoeken hoeveel er in een bepaald gebied leefden, werden buiten de voortplantingstijd 50 muskusratten gevangen en van een metalen merkje voorzien. Na twee weken werden er weer muskusratten gevangen. Van de 56 hadden er 28 een merkje.
Laat met een berekening zien hoeveel muskusratten er in dat gebied leefden.
2 Ecologen maken vaak onderscheid tussen specialisten en generalisten. Specialisten stellen over het algemeen specifieke eisen aan hun leefomgeving, bijvoorbeeld wat betreft de temperatuur, de hoeveelheid licht en de aanwezigheid van voedsel. Generalisten zijn minder kieskeurig en gedijen onder verschillende omstandigheden goed.
Zijn exoten specialisten of juist generalisten? Leg je antwoord uit.
3 Exoten kunnen zich snel kunnen aanpassen aan een nieuwe omgeving.
Welke uitspraak over exoten is juist?
A Exoten passen hun fenotype aan; het genotype blijft hetzelfde.
B Exoten passen hun genotype aan; het fenotype blijft hetzelfde.
C Exoten passen zowel hun genotype als hun fenotype aan.
4 Vijfhonderd jaar geleden kwam het veel minder vaak voor dat exoten van het ene naar het andere ecosysteem verhuisden. Leg uit hoe dat komt.
5 De halsbandparkiet (Psittacula krameri) is in Europa een exoot. In Nederland werd het eerste broedpaar aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw gemeld. Een mogelijke oorzaak van de vaak explosieve toename van exoten is dat deze, vooral in de beginfase van vestiging, in de nieuwe omgeving minder last hebben van predatoren en parasieten dan in hun ‘thuisland’. Dit is de zogenoemde ‘escape from enemy’-hypothese.
Leg in eigen woorden uit wat de ‘escape from enemy’-hypothese inhoudt.
6 In mei 2006 werden, tijdens een onderzoek naar de interactie tussen halsbandparkieten en inheemse holenbroedende vogelsoorten, braakballen gevonden met daarin resten van een halsbandparkiet. In Duitsland bleek de halsbandparkiet op het menu te staan van verschillende soorten roofvogels. Hoewel de waarnemingen incidenteel zijn, lijkt het erop dat de halsbandparkiet steeds vaker, en door een steeds diversere groep predatoren gegrepen wordt. Kortom: de halsbandparkiet weet niet (meer) te ontsnappen aan predatie en verliest voordeel ten opzichte van inheemse vogels.
Inheemse roofvogels gaan de halsbandparkieten dus steeds meer als prooi herkennen. Welke gevolgen kan dat hebben voor de oorspronkelijke prooidieren van deze roofvogels?
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.