Vroeger spraken politici netter dan nu – al weten we niet precies hoevéél netter. Uit de verslagen die van de vergaderingen van de Tweede Kamer zijn gemaakt, werden tot 2001 namelijk alle ‘lelijke’ woorden geschrapt. Bijvoorbeeld: brutaal, kletspraatjes en apekool. Deze woorden zijn wél ooit gezegd in de Tweede Kamer, maar zijn uit de verslagen weggehaald.
In 2001 is besloten dat ook deze ‘ruwe taal’ in de verslagen van de Tweede Kamer moest blijven staan. Men vond het belangrijk dat iedereen kon nalezen wat er écht was gezegd tijdens de vergaderingen. Bovendien is de mening veranderd over wat ruwe taal is en wat niet. ‘De minister verkoopt kletspraatjes’ was vroeger misschien té onbeleefd, maar voor de meeste mensen is dat nu niet meer zo.
Toch hoor je vaak klachten over het taalgebruik van politici. Uitroepen als ‘Het loopt uit de klauwen!’ en ‘Ik ben het kotsbeu!’ vinden veel mensen te ruw. Waarom zeggen politici niet: ‘Het loopt uit de hand’ en ‘Ik ben het beu!’ of ‘Ik ben het zat!’?
Politici gebruiken die ‘stoere’ taal vooral om op te vallen en om te laten zien dat ze heel gewone mensen zijn die precies zeggen wat ze denken. Eerder dit jaar zei minister-president Rutte toen hij geïnterviewd werd over het gedrag van voetbalsupporters: “Gewoon je bek houden als je daar zit en naar de wedstrijd kijken en niet schreeuwen.”
Wat vind jij van dit soort taal? Vind je dat het past bij politici?