Wat gebeurt er als je gevaccineerd wordt? Hoe werkt het en hoe doet het minder pijn? Rachel en Elbert van Topdoks leggen alles uit over vaccinaties!
Bekijk de video en maak de vragen van toetsenexpert en biologiedocent René Westra!
Vragen
1. Vaccineren is een moeilijk woord voor inenten. Het woord vaccineren komt van het Latijnse woord vaccca = koe. Zoek eens uit wat het verband is tussen het woord koe en inenten.
2. Wat is het verschil tussen virussen en bacteriën?
3. Niet alle in de film besproken ziektes (afkortingen DTP en BMR) worden veroorzaakt door een virus. Bij welke twee ziektes is een bacterie de oorzaak?
4. Door een inenting (ook wel vaccinatie genoemd) kun je immuun worden voor een bepaalde ziekte. Leg dat uit.
5. Waarom word je tegen bepaalde bacterie-of virusziekten ingeënt en tegen andere niet?
6. Wat is het verschil tussen natuurlijke immunisatie en kunstmatige immunisatie?
7. Waarom worden oude mensen wel en de meeste jonge mensen niet ingeënt tegen griep?
8. Dokters waarschuwen als het percentage mensen dat gevaccineerd is tegen een bepaalde ziekte lager is dan een bepaalde kritische waarde. Wat kan er dan namelijk gebeuren?
9. Als je op reis gaat naar een ver land, moet je soms extra inentingen krijgen. Leg uit waarom.
10. Hoe kan het dat je na een inenting een hele tijd lang immuun bent, terwijl witte bloedcellen maar kort leven en worden opgevolgd door nieuwe?
11. Als een pasgeboren baby melk drinkt van de moeder, zitten daar wel de afweerstoffen in die moeders witte bloedcellen heeft gemaakt, maar niet die bloedcellen zelf. Leg uit dat het verstandig is die baby een tijdje later in te enten.
12. De kinderen in de film zijn waarschijnlijk als baby al ingeënt. Waarom moet dat inenten bij hen herhaald worden?’
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.