Mijn schooltas zit vol. Bom- en bomvol. Niet met nakijkwerk hoor. Of met allerlei andere schoolse zaken. Nee, met vriendenboekjes. Old skool vriendenboekjes.
Ik word bijna dagelijks verblijd met hysterisch gekleurde schriftjes met allerhande vragen en opdrachten. De kinderen willen namelijk alles van me weten en nemen geen genoegen meer met wat vage informatie over mijn huisje, boompje en beestjes. En dus zit ik avond aan avond hele verhalen te schrijven met mijn knalkleurige glittergelpennen.
Hele verhalen ja, want die vriendenboekjes hebben een enorme ontwikkeling doorgemaakt. In mijn eigen basisschooltijd waren de vragen nog heel eenvoudig. Wat is je lievelingskleur (roze), wat is je favoriete televisieprogramma (Kinderen voor Kinderen), hoeveel broertjes of zusjes heb je (twee broertjes), wat wil je later worden (juf, mama, schrijver, prinses, psycholoog) en wat vind je stom (brutale kinderen en hondenpoep)? Daarna schreef je al je hobby’s en je verjaardag op en tot slot een lieve wens voor de eigenaar van het vriendenboekje. Easy peasy lemonsqueezy. Kind kon de was doen.
Maar ja, dat was vroeger. Vandaag de dag bevatten de boekjes complete breinbrekers. Een vijfsterrensudoku is er niks bij. Soms heb ik geen flauw idee waar het over gaat. Zo word ik in het ene boekje geacht aan te geven wie mijn favoriete Winx-personage is (Winx? Wie?) en in het andere op welke Skylander ik lijk (ehh) of welk Disneykarakter mijn BFF zou kunnen zijn. In weer een ander vriendenboekje moet ik een heuse vingerafdruk maken voor in het Freek Vonk-paspoort. En dan heb ik het niet eens over al die gevallen waar ik ook nog eens mijn Chinese sterrenbeeld, historisch idool, social media inclusief YouTubekanaal en levensmotto moet noteren. Een enorme hoop poespas voor zo’n klein boekje. Want wat moeten zesjarigen met al die informatie? Ik heb werkelijk geen flauw idee.
Vorige week mocht ik weer een exemplaar invullen. Eentje met vragen waar ik echt het antwoord niet op wist. En daarom deed ik extra mijn best op het versieren: met een niet zo’n recente pasfoto (lees: eentje van vier jaar geleden) en heel veel roze glitters en flamingostickers leukte ik de boel op. Het leidde in ieder geval af van een aantal knullige antwoorden. En gelukkig kunnen ze in groep 3 nog niet alles lezen.
Trots als een pauw overhandigde ik Fay haar vriendenboekje. Met een grote glimlach bekeek ze de door mij ingevulde pagina’s. ‘Mooi, juf!’ complimenteerde ze me. ‘Alleen jammer van die pasfoto. Want daar ben je piepjong en nu ben je al stokoud!’
Stokoud dus. Nog een paar van dit soort vriendenboekjes invullen en dan voel ik me echt zo.