LOF faciliteert, ondersteunt en verbindt leraren zodat zij met succes het onderwijs in en rondom hun school kunnen ontwikkelen. Bijzonder is dat leraren zelf de projectaanvragen beoordelen, de LOF-leraren coachen en begeleiden en landelijke leer- en netwerkbijeenkomsten organiseren. Hoe ervaren LOF-leraren dit traject?
Deze blog is geschreven door combibaner Anja Hendriks. Naast haar baan als leerkracht in het primair onderwijs werkt ze als leraar-ambtenaar bij het Ministerie van OCW én als leraar-onderzoeker voor het LOF.
Vanzelfsprekend zijn de bij het LOF betrokken partijen benieuwd naar de effecten van het traject. Om die reden wordt de ontwikkeling van LOF-leraren en hun collega’s steeds gemonitord. Ook wordt de implementatie van de projecten onderzocht door een groep leraar-onderzoekers, waaronder ikzelf. Daarnaast evalueert de Tweede Kamer deze zomer de kerndoelen van het LOF. De uitkomsten daarvan worden na de zomer bekendgemaakt.
Monitor
De leraar-onderzoekers onderzoeken al een aantal jaar de impact van het LOF-traject (en daarmee de onderliggende elementen en condities) op de deelnemers en hun omgeving. Dit doen ze door hun initiatieven te volgen, evalueren en monitoren. Dit zijn de meest recente conclusies:
Waarom doen LOF-leraren een aanvraag en in welke mate draagt het LOF-traject bij aan de realisatie van hun idee?
LOF-leraren nemen vooral deel om met begeleiding en facilitering een concreet idee of een probleem in de onderwijspraktijk uit te werken en ruimte te creëren om dat in de school te realiseren. Het LOF maakt die ruimte mogelijk, zodat meer en beter kan worden samengewerkt met collega’s.
Uit ons onderzoek blijkt dat leraren die een LOF-aanvraag ook namens collega’s indienen, hen veel vaker betrekken bij het inhoudelijk vormgeven en bij het implementatieproces. LOF-leraren met een hbo-master noemen als motivatie ook meer uitdaging naast het leraarschap, of het inzetten/verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden uit hun studie.
Gecombineerd met het leraarschap kan het implementatieproces wel stressvol zijn voor LOF-leraren. Ze ervaren onder meer dat de dagelijkse rompslomp duurzame vernieuwing in de weg staat. Ook kunnen beschikbare uren niet altijd goed worden ingezet en accepteren niet alle collega’s de ontwikkelingen even gemakkelijk. Dat kan een succesvolle implementatie in de weg staan.
Hoe draagt deelname aan het LOF bij aan de ontwikkeling van de LOF-leraar?
Het LOF wil bijdragen aan de ontwikkeling van krachtig leraarschap. LOF-leraren constateren vooral een toename van hun zelfvertrouwen, inzicht in veranderprocessen, zelfreflectie en het stimulerend zijn naar anderen tijdens de realisatie van hun project. Ook het ontwikkelen van een onderwijsvisie wordt genoemd als toegenomen kwaliteit.
In welke mate draagt deelname aan het LOF bij aan een veranderende positie binnen de school?
Veel LOF-leraren ontwikkelen een andere (niet-formele) positie of rol in de school die hun collega’s positief erkennen. Door de bevlogenheid van hun collega’s, kan bij LOF-leraren zelfs een nieuw optimistisch perspectief op het leraarschap ontstaan. Ook ervaren ze door het LOF-traject een betere relatie met hun leidinggevende. In sommige scholen hebben LOF-leraren echter juist een eenzaam gevoel, omdat de leidinggevende niet achter het idee staat of omdat collega’s vinden dat de LOF-leraar te hard van stapel loopt. Ondersteuning, betrokkenheid en begeleiding van de leidinggevende in het proces is daarom essentieel.
In welke mate zijn LOF-leraren een motor voor onderwijsinnovatie?
De school profiteert natuurlijk van alle kennis en vaardigheden die LOF-leraren tijdens het LOF-traject opdoen en verder ontwikkelen. Daarnaast zijn LOF-leraren zich ook steeds meer bewust van de bijdrage die ze vanuit het LOF-traject kunnen hebben aan de innovatiecultuur binnen hun bestuur. Ze dragen uit dat de leraar de drijvende kracht is voor onderwijsontwikkeling. Ze delen hun kennis en stimuleren daarmee ook collega’s buiten hun eigen school.
Sommige LOF-leraren vergroten hun impact op onderwijsontwikkeling tot regionaal of zelfs landelijk niveau. Ze delen hun opgedane kennis en vaardigheden op diverse podia en platforms, zodat andere leraren hiervan kunnen profiteren. De projecten zelf zijn heel bepalend voor de mate waarin LOF-leraren ontwikkelingen delen op macroniveau. Initiatieven waarbij schooloverstijgende netwerken noodzakelijk zijn, zorgen ervoor dat de LOF-leraar onderwijsontwikkeling breder ziet en deelt.
Meer weten?
Een analyse van drie jaar monitoring van het LOF wordt gepresenteerd in een sessie op het NRO-congres op 30-10-2019 in de Jaarbeurs in Utrecht. Inschrijving voor het congres is geopend.