Leraren verwachten van ict vooral een verbetering van interesse van leerlingen in de leerstof, van de leerprestaties en de motivatie van leerlingen. Relatief veel leraren geven aan dat zij met behulp van ict nieuwe leerstof kunnen introduceren en, met name in het basisonderwijs, leerlingen direct feedback krijgen. Dit blijkt uit het onderzoek E-didactiek, uitgevoerd door o.a. het Universiteit Amsterdam, Kohnstamm Instituut, TUE en Hogeschool Windesheim.
In dit artikel komt een deel van de onderzoeksresultaten met betrekking tot het voortgezet onderwijs aan bod. Alle onderzoeksgegevensvoor het voortgezet onderwijs, maar ook het basisonderwijs kun je downloaden via de website van het NRO.
Hardwaregebruik
In het voortgezet onderwijs wordt, ter ondersteuning van het leerproces, het meest gebruik gemaakt van een pc of laptop (81,6%). Smartphones en tablets scoren een stuk lager, met percentages van respectievelijk 15,7 en 11,6 procent. Ook digiborden worden relatief vaak ingezet tijdens de les (57,65%). Andere hardware – zoals (video)camera’s en beamers – worden (nog) nauwelijks gebruikt.
Softwaregebruik
Docenten in het voortgezet onderwijs maken veel gebruik van presentatiesoftware als PowerPoint of Prezi (35,6%). Ook informatie zoeken via internet (21,7%), de elektronisch leeromgeving (11,9%) en het gebruik van video’s (24%) – bijvoorbeeld via YouTube – is populair onder docenten. Opvallend is dat sociale media – zoals Facebook, Twitter of blogs – met 2.7% helemaal niet zo hoog scoren.
Uitgelicht: presentatiesoftware
Gemiddeld maken docenten bijna 25 minuten per les gebruik van presentatiesoftware. Daarbij is de software in de meeste gevallen (90,8%) in handen van de docent, die daarbij een computer/laptop en andere presentatiehardware (zoals een smartboard) gebruikt. Veelal gaat het om klassikale instructie (84,2%) aan het begin (53,3%) of halverwege (61,7%) de les.
Efficiënter en effectiever
Docenten gebruiken presentatiesoftware vooral om het leerproces efficiënter en effectiever te maken. Maar liefst 55,8 procent denkt dat het lesgeven er efficiënter van wordt en een iets groter percentage, namelijk 56,7 procent, ervaart dit ook als opbrengst. Ook verwacht een flink deel van de respondenten (43,4%) dat het gebruik van presentatiesoftware zorgt voor een verbetering van leerproces. In de praktijk merkt 31,7 procent van de deelnemende docenten dit op.
Tot slot zorgt het gebruik van presentatiesoftware er ook voor dat nieuwe onderwerpen gemakkelijker geïntroduceerd kunnen worden: 59,2 procent verwacht de stof gestructureerder te kunnen bespreken en 61,7 procent ervaart dit ook echt als opbrengst. Het merendeel van de respondenten (90,8%) is er dan ook van overtuigd dat dergelijke ict-applicaties helpen bij het verwerken en/of presenteren van informatie. Ook vindt meer dan de helft van de respondenten dat presentatiesoftware de (klassikale) instructie ondersteunt.
Verder lezen?
Alle onderzoeksinformatie voor het voortgezet onderwijs en basisonderwijs is te vinden in de onderzoekspublicatie en te downlaoden via de website van het NRO.
Bron: Voogt, J.M. e.a. (2016), E-didactiek. Welke ict-applicaties gebruiken leraren en waarom? Universiteit van Amsterdam, Hogeschool Windesheim, Kohnstamm Instituut, Eindhoven School of Education en Universiteit Gent.
Herkent u in de onderzoeksresultaten uw eigen opvattingen over het gebruik van ict in het onderwijs? Of juist niet? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.
