De meerderheid van de scholen heeft (nog) geen beleid tegen cyberpesten, zo bleek uit een eerdere stelling van de week op deze site. De redactie vroeg het docentenpanel van onderwijsvanmorgen om zijn mening en bekeek een interessant pilotproject van De Wissel in Amsterdam. Want ondanks dat cyberpesten waarschijnlijk vaker thuis plaatsvindt, kunnen leerlingen daardoor op school een moeilijke tijd hebben.
Volgens Jan Helmer van het docentenpanel kunnen jongeren vooral het cyberpesten thuis niet bespreken. “Als ouders helemaal niets begrijpen van het medium internet, dan staat het kind er alleen voor.” Deze docent bereidt nu lezingen voor over de problemen van internet. “We moeten de leerlingen niet alleen aanspreken hoe het op school of thuis was, maar ook of ze nog iets op internet hebben meegemaakt.”
Op de school van docent Hendrik Jan Groenenberg – ook van het docentenpanel – is er alleen een ‘gewoon’ pestprotocol. Het blijft verder bij nadenken over extra maatregelen voor het gebruik van mobieltjes en extra camera’s in de open leercentra. Die kunnen het computergedrag in de gaten houden.
De Wissel in Amsterdam, onderdeel van Esprit Scholengroep, heeft een actievere houding aangenomen met het project Ctrl + Alt + Del. Elke klas moest in april anti-pestafspraken opstellen en daaruit ontstonden drie hoofdregels. Voor de leerlingen die zich tot de zomer daaraan houden, komen Lange Frans en Baas B optreden. Bovendien wedijverden de scholieren met elkaar om de mooiste poster en rap over dit onderwerp . De leerlingen worden nu dagelijks met de regels geconfronteerd door zelf ontworpen affiches in de gangen en hun muismat met de hoofdregels.
De docenten hebben met elkaar een anti-(cyber)pestcontract gemaakt, waarvan de sancties bekend zijn bij docenten en ouders. Zo krijgt de leerling bij drie keer cyberpesten een gele kaart en bij een vierde keer volgt schorsing.
Waarom deze investering? Directeur Ronald van Staverden: “Door het cyberpesten thuis begint ’s ochtends soms de les al met een probleem. Mentoren kampen dan met deze moeilijkheden en daarom besteden we er zo veel aandacht aan. De docenten moeten in de gaten houden wat er gebeurt en we kunnen nu gemakkelijk naar de regels verwijzen. Als het fout gaat, kan ik de leerlingen er direct op aanspreken. Ik wil ze ervan doordringen dat pesten écht niet gewoon is.”
Volgens docente Nancy werkt het project vooral preventief. Ook al vraagt haar collega Patricia zich af hoe lang de anti-pestregels bij de leerlingen blijven hangen. Zij vindt dat docenten hier altijd energie in moeten blijven steken, met individuele gesprekken en alert zijn in de klas. “Pesten hoort er helaas bij, iedereen heeft tegenwoordig bijvoorbeeld een bijnaam. Maar ik probeer mijn leerlingen ervan te overtuigen dat ze ook leuk zijn zonder die nare opmerkingen.”
Heeft u ook ervaringen met de strijd tegen cyberpesten? Deel het met ons!