In de vorige afleveringen in deze zomerreeks hebben we klassieke en operante conditionering toegelicht. Maar motivatie is niet alleen een ‘automatisch’ psychologisch principe. Motivatie heeft sterk te maken met de persoonlijkheid, met name met het zelfbeeld van de leerling. Dit kan allerlei – positieve en negatieve – gevolgen hebben, zoals willen uitblinken in een vak, maar ook uitstelgedrag.
Een positief zelfbeeld is het hoogste goed voor ieder mens en een voorwaarde voor geluk. Het zelfbeeld wordt daarom door iedereen en dus ook door leerlingen fel verdedigd. Leerlingen met een zwak zelfbeeld kunnen daarom snel beledigd zijn. Leerlingen met een krachtig zelfbeeld en geloof in eigen kunnen reageren meestal minder snel op aanvallen op de eigen persoon. Goed zijn op school is over het algemeen goed voor het zelfbeeld van leerlingen. Ze kijken dan ook waar voor het zelfbeeld met de minste inspanning de meeste winst te behalen is. Denken ze dat ze met Engels meer kans hebben voor het halen van een goed cijfer (en dus winst voor het zelfbeeld) en dat ze nauwelijks kans hebben bij die strenge lerares wiskunde, dan zullen ze hun zelfbeeld beschermen door zich in te zetten voor Engels en zich opvallend af te wenden van het vak wiskunde. “Nee, ik ben niet te dom voor wiskunde. Ik vind het geen leuk vak en ik mag de lerares niet. Ik laat wiskunde volgend jaar toch vallen”. Dit laatste is een uiting van negatieve bescherming van het zelfbeeld. Verschijnselen zijn uitstelgedrag, stellen van onbereikbare doelen en geringe inspanning. De bescherming van het zelfbeeld heeft weer te maken met operante conditionering. In de vorige aflevering lazen we dat het geven van cijfers een vorm van operante conditionering is. Goede cijfers bevorderen het leren, slechte cijfers verhinderen (uiteindelijk) het leren. Ook Skinner was van mening dat negatieve bekrachtiging (straf of slechte cijfers) geen positieve invloed heeft op gewenst gedrag (in dit geval leren). Een ander gevolg van operante conditionering is aangeleerde hulpeloosheid. De onderzoeker Seligman testte honden op dezelfde manier als Pavlov. Nu kregen de honden echter geen beloning maar straf (elektrische schok). Hij merkte dat enkele honden na een aantal proeven niet meer vluchtten, maar bleven zitten hoewel ze uit de kooi konden ontsnappen. Zij hadden alle moed verloren. Zij bleven liggen en ondergingen passief de schok. De conditionering zorgt er voor dat wanneer het dier dezelfde situatie herkent het onmiddellijk bij de pakken neer gaat zitten. Seligman noemde dit “learned helplessness”. Ditzelfde gedrag komen we bij leerlingen tegen. Leerlingen die gepest worden, leerlingen die ondanks hun inzet toch geen succes hebben, die geen kans meer zien aan het pesten van medeleerlingen te ontkomen of “weten” dat ze ondanks hun inzet bij een bepaald vak of bij een bepaalde leraar nooit succes zullen hebben gaan uiteindelijk bij de pakken neerzitten. En komen daar zonder onze zorg nooit meer uit! Het is belangrijk dat de docent dit herkent en bewust met de leerling hiermee aan de slag gaat (zie bijlage).
Herkent u aangeleerde hulpeloosheid? Heeft u tips over hoe u met deze leerlingen omgaat? Laat uw reactie achter bij dit artikel.