‘Er zijn onconventionele maatregelen nodig om scholieren na de coronacrisis weer perspectief te bieden’, zegt voorzitter van de VO-Raad Henk Hagoort. Bijvoorbeeld het toelaten van gezakte leerlingen op vervolgopleidingen. Lost dit de problemen op of worden ze verplaatst?
In het AD was Hagoort duidelijk: ‘We mogen geen enkele leerling een mislukte schoolcarrière door corona aandoen, omdat diegene zijn draai niet meer kan vinden.’ Drie jaar hebben scholieren te maken gehad met coronamaatregelen, en uit onderzoeken blijkt dat hun mentale welzijn en motivatie flink hebben geleden. Bijna de helft van de scholieren heeft meer stress gehad over diens opleiding, met name havisten, mbo- en hbo-studenten.
Er zijn al enkele oplossingen om scholieren tegemoet te komen in het zo soepel mogelijk voortzetten van hun schoolcarrière. Zo is er dit jaar voor het tweede jaar een duimregeling voor eindexamenleerlingen. Zij mogen het resultaat van één vak niet laten meetellen bij het bepalen van de uitslag. Op voorwaarde dat dit geen kernvak is en dat het betreffende examen wél afgelegd wordt. Ook krijgen zij een extra herkansing en een derde tijdvak.
Creatieve maatregelen
Volgens Hagoort zijn er creatieve maatregelen nodig om scholieren weer perspectief te bieden na de roerige coronatijd. ‘Kinderen missen structuur, hebben moeite om zich te gedragen in een groep en het ontbreekt hen (red.) aan motivatie. Te veel leerlingen staan niet meer op ‘aan’, zegt Hagoort in het AD. Volgens hem bestaat het risico dat deze leerlingen blijven zitten of zakken voor hun examen. Of verder gedemotiveerd raken en in een neerwaartse spiraal terechtkomen. ‘Zo krijgen scholieren een individueel probleem. Terwijl hun prestaties collectief de verantwoordelijkheid zijn van het voortgezet onderwijs, de vervolgopleidingen en de overheid’, aldus Hagoort.
Als mogelijke maatregelen noemt Hagoort een ‘bonusjaar’, waarbij leerlingen die moeite hebben om de draad weer op te pakken in een aparte klas komen. Zij blijven dan niet zitten, maar nemen hun achterstand mee naar het volgende schooljaar, waar ze extra tijd krijgen. Een ander voorstel is om leerlingen die niet slagen, toch toe te laten op een vervolgopleiding. Zij ronden hun vakken dan op een later moment alsnog af. Zo’n voorwaardelijke toelating was al mogelijk voor mbo-studenten die naar het hbo willen en voor studenten die van een bacheloropleiding doorstromen naar een masteropleiding.
Bang voor het Golem-effect
De uitspraken van Hagoort roepen weerstand op in de beroepsgroep. “Het verlichten van de toelatingseisen is tegenstrijdig met het hoofddoel van de VO-raad: het verhogen van de onderwijskwaliteit”, schrijft docentbegeleider Cornelie de Jong in een opiniestuk in het NRC. Volgens haar schuif je met dit soort maatregelen de problemen alleen maar voor je uit. “Zinloos en soms zelfs schadelijk”, vindt ze. Uit haar eigen ervaringen blijkt dat jongeren niet per se beter presteren als zij extra herkansingen, steeds meer bijles en soepele deadlines krijgen. Sterker nog, ze worden lakser. Volgens De Jong is een belangrijk kernpunt juist het hooghouden van de verwachting van de leerling. Zij lijkt hiermee bang te zijn voor het Golem-effect. Een psychologisch fenomeen waarbij lage verwachtingen van leraren kunnen zorgen voor slechtere prestaties bij leerlingen.
In commentaren op De Jongs artikel wordt door docenten aangestipt dat de VO-Raad een belangenvereniging van schoolleiders is en dat docenten – die dag in dag uit voor de klas staan – daarentegen negatieve gevolgen ervaren van het verlagen van de prestatie-eisen. Ook wordt gesproken over een ‘waterbed-effect’, wat betekent dat een probleem op een bepaalde manier wordt aangepakt, waarna het op een andere manier weer opduikt.
Ook de Algemene Onderwijsbond (AOb) staat niet achter het idee om leerlingen zonder afgerond diploma toe te laten op vervolgopleidingen. AOb-bestuurder Jelmer Evert noemt het terecht dat we examenkandidaten tegemoetkomen met de versoepelde examenregels. Maar hij vindt toelating zonder afgerond diploma te ver gaan. “Het is een onafhankelijke toets waarmee we testen of leerlingen voldoende kennis hebben opgedaan en die de toegang is tot het vervolgonderwijs. Je voorkomt willekeur. Dat noemen we het civiel effect van een diploma. Valt dit weg, dan neemt de ongelijkheid enorm toe”, licht hij toe in een artikel van de AOb.
Beperkte uitval
Toch lijkt versoepelen van de toelatingseisen tot op heden wél het gewenste effect te hebben. In een wetsvoorstel is te lezen dat van de 1200 mbo-studenten die in schooljaar 2020-2021 doorstroomden naar het hbo 70 procent hun mbo-diploma haalden binnen de gestelde termijn en hun hbo-opleiding voortzetten. Deze studenten begonnen al aan hun hbo-opleiding terwijl ze hun vooropleiding nog moesten afronden. De uitval van voorgaande jaren was 20 procent: een beperkt verschil en onnodige studievertraging is hiermee voorkomen, staat in het wetsvoorstel namens voormalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven.
Zijn versoepelde toelatingseisen een goed idee volgens jou?