Al eerder hebben we het over het drievoudige brein gehad. Vanuit deze theorie weten we dat menselijk gedrag zijn oorsprong heeft in verschillende delen van ons brein. We weten dat de impulsen en reflexen uit ons reptielenbrein buitengewoon krachtig zijn en ons volledig kunnen beheersen. We weten dat de emoties vanuit ons zoogdierenbrein ook een grote kracht uitoefenen op ons rationele, creatieve brein.
En we weten ook dat dit evolutionair jonge brein ons weliswaar veel kracht geeft, maar dat we er steeds voor moeten waken dat de beide oudere breinen niet de overhand nemen.
Onze leerlingen zitten met ditzelfde storingsgevoelige informatie verwerkingssysteem. We kunnen alleen maar alles uit onze leerlingen halen als wij er in slagen het reptiel en het zoogdier niet tegen ons, maar voor ons te laten werken.
Emoties
Emoties lijken wel bewuste gevoelens, maar het zijn eigenlijk lichamelijke reacties op prikkels die ons van gevaar weg moeten leiden liefst richting beloning. Van emoties zijn we ons meestal niet bewust, al zijn ze bijna constant aanwezig. Ze worden opgewekt in ons limbische systeem (zoogdierenbrein). Bij de mens is het nauw verbonden met de later geëvolueerde gebieden van de cortex. Door dit tweerichtingsverkeer kunnen emoties bewust gevoeld worden en kunnen bewuste gedachten onze emoties beïnvloeden.
Als een leerling bijvoorbeeld angst heeft voor een wiskundetoets, dan kan een bemoedigend woord van zijn leraar de angst doen omslaan in een mate van zelfvertrouwen. Dit zelfvertrouwen neemt dan de blokkade van zijn werkgeheugen weg en ja hoor! De toets leidt toch tot een goed resultaat. Een belangrijke les voor leraren: positieve emoties bij de leraar kunnen de negatieve emoties bij de leerling doen omslaan (spiegelneuronen).
Drie breinen – drie vormen van leren
1e casus: Betty ervaart haar docent Frans als buitengewoon onprettig. Zij voelt zich onveilig. Ze krijgt een hekel aan de docent Frans en aan het vak. Ze associeert de persoon van de docent met het vak Frans: een Pavlov reactie. Deze krachtige, maar primitieve vorm van leren noemen we klassieke conditionering.
2e casus: Betty’s vriendin is wel goed in Frans. Ze weet dat ze morgen een toets heeft. Ze weet echter van een parallelklas dat de docent deze keer de toets niet laat doorgaan. “Ik leer niet voor de toets, want hij overhoort toch niet!” Ze is niet intrinsiek gemotiveerd en wil zich alleen maar inzetten als ze ervoor beloond wordt. Dit noemen we operante conditionering.
3e casus: Marcel is dol op schaatsen. Hij wil weten of de weersverwachtingen gunstig zijn. Hij zoek op internet naar de Wet van Buys Ballot. Hij werkt niet voor een cijfer, maar vindt het gewoon interessant. Dit is een vorm van intelligent leren.
Laten we de voornaamste gevoelens en emoties die met leergedrag te maken hebben eens op en rij zetten (zie afbeelding rechts).
Cognitief en affectief
In deze twee artikelen over leerstijlen en leerstijlprofielen hebben we kennis gemaakt met de leerstijldimensie serialisme – holisme. We hebben gezien dat de harde, cognitieve kant wordt beïnvloed door de “softe” affectieve kant. Vaak blijkt de “softe” kant harder te zijn dan de “harde” kant. Want we kennen de woorden van mijn promotor Prof. Monique Boekaerts: “Emoties zijn de brandstof van het leren”.
Op de website van Peak Impact lees je meer over het drievoudige brein.